United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik zou reeds op het tegenwoordig uur dertig boden te paard in al de steden van Vlaanderen zenden met de tijding der komst van de vijand, en al de Klauwaards naar Kortrijk roepen; insgelijks zou ik Mijnheer Van Gulik en Mijnheer Van Renesse derwaarts doen komen.

Die stad was ongemeen sterk gemaakt, en kon niet gemakkelijk gewonnen worden; Willem van Gulik had op de medewerking der Burgers gerekend, maar deze werden zo wel door de Fransen bewaakt dat zij zich niet dorsten roeren. Dit verplichtte Mijnheer Willem een regelmatige belegering aan te vangen, het duurde vrij lang eer hij zich de nodige werktuigen had bezorgd.

In die streken van Neder-Rijnland of de pruissische Rijnprovincie, welke zich uitstrekken langs onze limburgsche en geldersche grenzen, in de omstreken van Gulik, Gelder en Goch alzoo, van Kleef en Emmerik, en ook den Rijn opwaarts tot Wesel toe, komen onder de landseigene, ingezetene bevolking vele echt nederlandsche geslachtsnamen voor.

En Uilenspiegel trakteerde hem en liet hem eten en drinken, zooveel als hij kon. De hertog wilde geen slag leveren, doch bestookte den Zwijger op 't platteland tusschen Gulik en de Maas; Oranje deed overal den stroom peilen, te Hond, Mechelen, Elsen, Meersen, en overal vonden zij er voetangels in, om de mannen en peerden te kwetsen, die zouden pogen den stroom over te steken.

Onder Jan van Namen, de Veldheer, bevonden zich meest al de ridderen die zich in de slag te Kortrijk hadden doen kennen: de jonge Gwyde, Willem van Gulik, Jan van Renesse, Jan Borluut, Pieter Deconinck, Jan Breydel en meer anderen. Adolf van Nieuwland, nog niet van zijn ziekte hersteld zijnde, kon die tocht niet bijwonen.

Philippus van Vlaanderen en Willem van Gulik drongen door al de vijandlijke benden tot bij de Koning Philippe le Bel, die daardoor in groot gevaar geraakte.

Willem van Gulik vocht als een leeuw: hij stond alleen met zijn vaandrager en met Philips van Hofstade te midden van dertig vijanden die zijn banier wilden ontroven, maar al de armen, welke zich hiertoe uitgereikt hadden, waren onder zijn zwaard gevallen.

De voornaamsten onder hen waren Jan Graaf van Namen en de jonge Gwyde, beide broeders van Robrecht van Bethune, Willem van Gulik, hun neef, Priester en Proost van Aken, Jan van Renesse de moedige Zeelander, Jan Borluut de held van Weeringen, Arnold van Oudenaarde en Boudewyn van Papenrode.

Dadelijk besloot deze, met overleg van den Raad van State, tot een tocht in Kleef, Gulik en Westfalen, om deze landen onder den naam van beschermheer te vermeesteren: want hij begreep, dat de Vereenigde Nederlanden nergens beter dan uit deze gebuurlanden besprongen en in bedwang gehouden konden worden.

Deze huwde met Heer Jan van Merode, geboren uit het aanzienlijk Grafelijk geslacht van dien naam, uit Gulik herkomstig, en aldaar reeds in 1250 bekend. Hy werd in 1583 met het Burchtgraafschap verlijd, maar bezat het niet zoo lang als zijn schoonvader. Zijn huwelijk had hem geen zonen, slechts eene dochter, Anna, geschonken.