United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


Cresus, Nebenchari en al de Achaemeniden, die in Egypte zijn geweest, zullen insgelijks bij dit verhoor tegenwoordig zijn. Alvorens ik handel, moet ik zeker van mijne zaak zijn. Uw getuigenis is mij niet voldoende, want van Amasis zelven heb ik vernomen, dat gij reden te over hebt, om een wrok jegens zijn huis te koesteren." Op den bepaalden tijd stonden de opgeroepene personen voor den koning.

Onze geneesheeren zouden niet zoo beroemd en geëerd zijn, als men hun het vermogen niet toeschreef om ons aardsche leven te verlengen. Doch dit doet mij aan den oogarts Nebenchari denken, dien ik naar Susa zond, om den koning zijne diensten te bewijzen. Handhaaft hij zijn roem, is men tevreden over hem?"

Nebenchari viel op de knieën, en hief zijne handen smeekend op. »Heeft uw vader deze teekenen geschreven? vraag ik." »Ik weet niet, of.... Inderdaad...." »De waarheid wil ik hooren! Ja, of neen?" »Ja, mijn koning; maar..." »Sta op, en wees verzekerd van mijne genade! Het betaamt een onderdaan zijn vorst getrouw te zijn. Vergeet evenwel niet, dat gij thans mij als uw koning hebt te beschouwen.

Het overige is u bekend." Nebenchari knikte even, ten teeken van toestemming, en gebood Hib met een wenk het vertrek te verlaten. De oude gehoorzaamde brommend en tusschen de tanden scheldende. Toen de deur zich achter hem gesloten had, trad de geneesheer op den krijgsman toe, en zeide: »Ik vrees, Helleen, dat wij, in spijt van dit alles, toch geene bondgenooten zullen kunnen zijn!"

Het vergif is doodelijk!" »Gij spreekt te veel, meesteres; het spreken zal u kwaad doen." »Laat mij spreken, Nebenchari! Ik heb nog éene bede aan u te doen, voordat ik sterf." »Beveel, ik ben uw dienstknecht!" »Neen, Nebenchari, mijn vriend moet gij zijn, mijn priester! Niet waar, gij zijt niet meer boos op mij, wijl ik tot de Perzische goden heb gebeden!

Op eene lage bank, aan de voeten der oude koningin, zat hare jongste telg, het kind van haar ouderdom, Atossa, spelende met de draden van haar gouden spinrokken. Tegenover de blinde stond Cambyzes, en op een afstand, ternauwernood zichtbaar in het schemerlicht, dat in het vertrek heerschte, de Egyptische oogarts Nebenchari.

Ook had zijne berekening niet gefaald, want hij zag hoe Nebenchari, bij zijne laatste woorden, eene roos, die vóor hem op de tafel lag, met de vlakke hand krampachtig platdrukte. Terwijl hij een glimlach van voldoening haastig onderdrukte, vervolgde Phanes: »Maar verneem thans in korte trekken het einde van de reisavonturen van den braven Hib. Ik noodde hem mijn wagen met mij te deelen.

Van oogen sprekende, doet gij mij denken aan den oogarts Nebenchari, en mijn geheugen is zoo verzwakt, dat ik, voordat ik het vergeet, u eenige inlichtingen omtrent hem moet vragen. Ik hoor niets meer van den kundigen man, aan wien toch de edele Cassandane zoo veel verschuldigd is."

Cambyzes mag over zijne keuze tevreden zijn, en hij zal er zich zeker zeer erkentelijk voor betoonen, dat gij hem uw schoonste kind hebt afgestaan. Want ofschoon Tachot niet minder aanvallig schijnt dan Nitetis, zoo onderscheidt deze laatste zich toch door hare fiere houding, hetgeen eene toekomstige koningin van Perzië niet zal misstaan. Nebenchari had slechts van uwe dochter Tachot gesproken."

Op dit oogenblik werd de deur opengerukt, een eunuch van Cassandane vloog het vertrek binnen, en riep Nebenchari toe: »Onze meesteres Nitetis is stervende! Maak u dadelijk gereed, en volg mij!" De arts groette zijn bondgenoot met een wenk, trok zijne sandalen aan, en begaf zich naar het bed der stervende koningsbruid.