United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


»O, dat de koning u hoorde spreken!" riep Cresus. »In plaats van met zijne groote verovering tevreden en op het geluk zijner tallooze onderdanen bedacht te zijn, denkt hij er slechts aan, hoe hij nieuwe overwinningen zal behalen.

Denk aan Sappho, en geloof mij als ik u zeg, dat gij, door nog een oogenblik te aarzelen, uwe dubbele onvoorzichtigheid met den dood zult bekoopen." »Maar Cresus, ik heb...." »Gij hebt de wet van dit land, van dit hof met voeten getreden en althans in schijn de eer van uw broeder gekrenkt...." »Wat zegt gij?" »Vlucht, vlucht, zeg ik u!

»En toch," hervatte Cresus, »noem ik verliefden de ongezeggelijkste van alle scholieren. Bewijs hun zonneklaar, dat hun hartstocht vergift, vuur, dwaasheid, dood is, zij zullen niettemin uitroepen: »maar hij is zoet," en tegen beter weten in blijven beminnen!" In dit oogenblik trad ook Sappho het vertrek binnen.

Het gelaat van den Spartaan nam onmiddellijk eene vroolijker uitdrukking aan. Cresus, die in den ernstigen man behagen schepte, vroeg hem naar zijn naam. »Ik heet Aristomachus." »Dien naam heb ik meer gehoord." »Gij hebt vele Hellenen leeren kennen, en velen dragen denzelfden naam als ik." »Naar uwe uitspraak te oordeelen, behoort gij tot de Doriërs. Zijt gij misschien een Spartaan?"

Bij de ziel mijns vaders, bij de blinde oogen mijner moeder, bij het reine licht der zon, zweer ik u, Cresus, dat ik u niet bedrieg!" »Zal ik u gelooven, ondanks het getuigenis mijner beide oogen, die mij tot heden nog nooit bedrogen hebben? Ik wil u gelooven, jongeling, want ik heb u lief en eer u. Of gij schuldig, dan wel onschuldig zijt, weet ik niet en wil ik ook niet weten.

Cambyzes kon dat gezicht maar niet vergeten, tot Cresus, nadat ge mijne moeder en zuster hadt gered, verklaarde dat de droom verwezenlijkt was; want alleen een gevleugelde arend of Darius was in staat zoo behendig boven een afgrond te zweven." »Doch deze verklaring had niet de eer uw broeder te bevallen. Hij wil de eenige adelaar in Perzië zijn. Cresus vleit echter nooit zijn trots."

Doch wat mijn lijk te wachten staat van hen, die voor de doodenoffers moeten zorgen...." »Wat bekommert ge u om het graf!" riep Cresus met eenigen wrevel. »Men leeft voor het leven, niet voor den dood!" »Zeg liever," hervatte Amasis, opstaande, »wij, die als Grieken denken, achten een schoon leven het hoogste, wat een mensch ten deel kan vallen.

»Ik zou uit louter vriendschap voor ulieden mij zelven verminken!" riep deze, en drukte onder de tafel de handen zijner beide vrienden. Psamtik zag de jonge helden aan met een spottenden lach. Cresus, Gyges en Amasis beschouwden hen met het grootste welgevallen. De Egyptenaren wisselden onderling veelbeteekenende blikken, en de Spartaan beschouwde de jonge helden met innige vergenoegdheid.

Met deze woorden brak iemand, dien de oude matrone volstrekt niet kende en die door niemand opgemerkt de eetzaal was ingetreden, het gesprek der gasten plotseling af. »Ik ben Gyges, de zoon van Cresus, en het is niet voor de grap, dat ik nauwelijks drie uren geleden Saïs verliet, om hier nog ter rechter tijd aan te komen!"

Om te beginnen, moeten wij ons stilhouden en eene gelegenheid afwachten. Wanneer Cresus, die zich de Egyptische bijzonder schijnt aan te trekken, weg is, dan moeten wij een strik zien te spannen..." Zij, die dit gesprek voerden, hadden zich zoover verwijderd, dat Nitetis niets meer kon verstaan. In de hevigste ontroering sloot zij het luik en riep hare dienstmaagden, om zich te laten kleeden.