United States or Bangladesh ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij wilde van haar gestorven lieveling, die haar zooveel smart en schande had gebracht, geen afstand doen; en eerst toen ik haar beloofde, dat de kleine op de kostbaarste wijze gebalsemd en bijgezet zou worden, gaf zij toe. In mijne groote artsenijkast, die ditmaal mijn zoon Nebenchari, in plaats van mijn dienaar Hib dragen moest, brachten wij het lijkje in de kraamkamer van Hophra's weduwe.

De oude maakte nogmaals eene buiging, en zeide, alvorens zijn heer hem verliet: »Ik ben onder de bescherming van den voormaligen krijgsoverste Phanes herwaarts gekomen. Hij is zeer begeerig u te spreken." »Niemand zal hem beletten mij te komen opzoeken." »Maar gij zit den geheelen dag bij deze zieke, wier oogen zoo gezond zijn...." »Hib!"

»Gij hebt volkomen gelijk, alzoo luidt de wet der kasten, volgens welke Amasis nooit iets anders had mogen zijn dan een arm hoofdman der soldaten." »Niet iedereen heeft zulk een ruim geweten als dit gelukskind!" »Ge blijft toch altijd nog dezelfde! Schaam u Hib! Zoo lang ik u ken, en dat is nu reeds een halve eeuw, spreekt gij om het derde woord een scheldwoord.

»Dit zijn altemaal vermoedens...." »Die ik door onomstootelijke bewijzen tot zekerheid kan maken! Onder de papieren, die uw oude dienaar Hib in een kastje met zich bracht, moeten zich brieven bevinden van uw vader, den zoo beroemden vroedmeester...."

Toen Phanes zweeg, zag hij dezen aan met een doordringenden blik, en vroeg: »Waar zijn mijne papieren?" »In handen van Onoephis, die daarin naar de oorkonde zoekt, welke ik van noode heb." »Dat is natuurlijk! Heb de goedheid mij te zeggen, hoe de kist, die Hib goedvond naar Perzië te brengen, er uitziet." »Het is een koffertje van zwart ebbenhout. Het deksel is kunstig gesneden.

Nebenchari ontving Phanes zeer hoffelijk, maar koel, hoewel hij hem reeds te Saïs had gekend, en gebood den ouden Hib, na eene korte begroeting, hem met den overste alleen te laten. »Ik heb u opgezocht," begon de Athener in het Egyptisch, dat hij volkomen machtig was, »omdat ik belangrijke dingen met u te bespreken heb...."

Maar de oude Hib is zoo dom niet, dat hij zich in den eersten strik den besten laat vangen, hoewel menschen, die hem beter moesten kennen, meenen dat hij omkoopbaar en de zoon van een ezel is. Wat doe ik dus? Ik stel me aan, alsof ik geheel van mijn stuk ben door het zien van den zegelring, verzoek Pichi zoo beleefd mogelijk mijne handen los te maken, en zeg dat ik den sleutel zal halen.

Laat den ouden Hib komen, en hij u herhalen, wat gij uit mijn mond niet voor waarheid wilt aannemen." Nebenchari's gelaat nam weder eene sombere uitdrukking aan, toen Hib, gehoor gevende aan 's meesters roepstem, het vertrek binnentrad. »Nader!" luidde Nebenchari's barsch bevel. De knecht gehoorzaamde, de schouders ophalende. »Hebt gij u door dezen man laten omkoopen? Ja, of neen?

Tot zoolang blijft gij, waar ge u tot nog toe hebt opgehouden, want ik mag mijne zieke niet langer alleen laten." »Zoo, moogt gij niet? Goed, ga dan, en laat den ouden Hib sterven. Ik bezwijk, ik sterf, als ik nog een uur langer bij deze menschen moet blijven!" »Maar wat wilt ge dan toch?" »In uwe vertrekken mij opsluiten, tot wij weder van hier gaan." »Heeft men u dan zoo smadelijk bejegend?"

Ook had zijne berekening niet gefaald, want hij zag hoe Nebenchari, bij zijne laatste woorden, eene roos, die vóor hem op de tafel lag, met de vlakke hand krampachtig platdrukte. Terwijl hij een glimlach van voldoening haastig onderdrukte, vervolgde Phanes: »Maar verneem thans in korte trekken het einde van de reisavonturen van den braven Hib. Ik noodde hem mijn wagen met mij te deelen.