United States or Botswana ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Française vlugtte tot hare oude cavaliers, en riep hun toe: "Mais ce n'est pas Milord." "Maar kan 236,000 flesschen wijn bevatten," ging de gids voort. Pols keek verbaasd. Hij wist naauwelijks, welk gezegde hem gold. Hij begreep niets meer van de zaak.

Maar hoe vreemd kwam het hem voor, toen op eens de dame zelve naar hem toekwam, en, hem ombeschaamd aanziende, lagchende zeide: "Eh bonjour, mon cher Milord!" "Comment, Madame?" zei Pols ontzet; want nu eerst werd het hem duidelijk, dat de dame mede in het complot tegen hem betrokken was. "Lache!" riep een der cavaliers hem toe. "Poltron!" begroette hem de andere.

Maar, schoon Athelstane moedig en sterk was, had hij echter een te traag en te weinig eerzuchtig karakter, om de proef te doen, welke Cedric van hem verwachtte. "Het geluk is tegen Engeland, Milord," zeide Cedric met nadruk; "wilt gij ook niet een lans breken?" "Ik zal mij morgen in de mêlée mengen!" antwoordde Athelstane. "Het is niet de moeite waard, mij heden te wapenen."

Met de toelating tot het avondmaal zat het zóó. Het verzoek van Rousseau bracht den predikant natuurlijk in groote verlegenheid. Hem kortweg weigeren ging moeilijk: hij had vrijwillig verklaard de leerstellingen der kerk aan te nemen, hij was misschien een berouwvol zondaar; en dan, welk een eer voor den predikant om zulk een vermaard en gevierd man tot lid zijner gemeente te hebben! Aan den anderen kant: de "Geloofsbelijdenis van den Vicaire Savoyard" had toch eigenlijk weinig gemeen met het protestantisme: kon men den schrijver toelaten?... Het was een lastig geval voor dominé Montmollin.... Later beweerde hij, dat Rousseau hem had meegedeeld naar Motiers te zijn gekomen om zijn verdere levensdagen in rust en vrede te eindigen, en hem de schriftelijke belofte gegeven, niet meer te zullen schrijven. Daarop had Montmollin hem toegelaten, want zoo dit zoo was behoefde er immers geen vrees meer te bestaan voor nieuwe schandalen; Rousseau van zijn kant verklaarde, zich nooit te hebben beschouwd als gebonden door een belofte. Wel had hij aan den predikant gezegd, niet meer te zullen schrijven, maar, zooals hij het toevallig juist in dienzelfden tijd in een brief aan Milord Maréchal had uitgedrukt, die belofte van niet-schrijven was een belofte aan zichzelven gedaan, niet aan anderen, een voornemen, geen verplichting; als voorwaarde haar zich gesteld zien wilde hij allerminst. Daarom beschouwde hij het ook volstrekt niet als de schending eener belofte, dat hij in Motiers nog twee werken schreef tot zijne verdediging: de "Lettre

Aan al zijn vrienden schreef hij kortere of langere epistels, aan du Peyrou, aan d'Ivernois, aan de Malesherbes, aan Mme de Boufflers, aan Mme Verdelin, aan Milord Maréchal, aan Guy, zijn hollandschen uitgever, om zich te beklagen over Hume, die, samenzwerend met zijn bitterste vijanden, hem naar Engeland had gelokt om hem daar schandelijk te behandelen, van alle verkeer met de buitenwereld af te snijden en te doen omkomen van verdriet en ellende.

"Maar milord," zeide Schaunard; "er bestaat toch een heel eenvoudig middel om dat beest uit den weg te ruimen; peterselie.

Lord Gray, in het 5e couplet, heb ik ontleend aan Van Meteren's beschrijving van den slag bij Nieuwpoort: "Milord ofte Baroen van Gray ende meer andere soo Enghelsche, Fransche, als Hooghduytsche Heeren van adel, die sonder eenigh bevel Prince Mauritz verselschapten." Dat ik Elisabeth een minnaar meer heb gegeven, zal men mij niet euvel duiden.

Ik kijk op en zie op een balkon Carmen, steunend op haar elleboog, naast een officier in het rood, met gouden epauletten, krullend haar en het voorkomen van een rijken milord. Wat haar aangaat, zij was schitterend gekleed, een sjaal over de schouders, een gouden kam in het haar, heelemaal in zijde en, altijd dezelfde, lachte de dame dat zij zich de zijden vasthield.

Ik antwoordde: Ik zou een vinger geven om je milord in het gebergte tegenover mij te hebben, elk met een maquila in de vuist. Wat wil dat zeggen, maquila? vroeg de Engelschman. Maquila, zeide Carmen steeds lachend, wil zeggen sinaasappel. Is dat niet een gek woord voor sinaasappel? Hij zegt dat hij u er van wilde laten proeven. Zoo? zeide de Engelschman.

Het gezicht van den Engelschman helderde eenigszins op. "Maar toch," zeide hij en liet nogmaals zijn schoenen zien, "zou ik liever ...." "Wees maar niet bang," viel Dolorès hem in de rede; "van de plek, waar ik hem zetten zal, kan hij milord onmogelijk lastig vallen." "O, ik niet ben milord .... ik enkel ben esquire." Toen echter Mr.