United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


"We zullen probeeren den walvisch te verrassen en hem met rust laten totdat we dichtbij genoeg zijn om hem te harpoeneeren." "Begrepen, mijnheer," antwoordde de bootsman. "Ik zal den omtrek, van dat roodachtig water volgen, maar op die wijze dat we altijd aan lij blijven." "Goed!" zei kapitein Hull. "Jongens, zoo stil mogelijk geroeid."

Het volk liep naar omlaag, om hun kisten en kooien te halen; de kapitein stak mij de hand toe en zeide: »Mijnheer, ik geef mij aan u over, handel nu zooals gij meent te moeten doen." »Thompson," riep ik, »gooi den grooten schoot en den grooten bras aan lij los." Zelf naar voren gaande, maakte ik de groote hals, en de achterboelijns los; de groote ra draaide daarop vierkant en het achtertuig tegen.

Ik keek op mijn klok: het was al vijf uren, en ofschoon de zon al haast moest opkomen, er was nog geen witte streek in het oosten te zien. De regen bleef ondertusschen met geweld vallen, en de lucht was zwart als een inktflesch; maar wat vreemd was, op het water was het helder als de dag. "Schip in lij!" riep de Uitkijk, terwijl ik met den stuurman en Sander bij het roer stond.

De wind kwam weer, en de Pyreneeën, haar dek rookend en glinsterend in het heldere grijze licht, liep vóór de wind pal naar lij. Toen laveerde ze terug, nu over stuurboord dan over bakboord, kruisend over haar vroeger spoor, de zee afzoekend naar de Actaeon-eilanden. Maar de uitkijken in de masten kregen geen land in zicht. Kapitein Davenport was buiten zichzelf.

Er bleef een flauw briesje waaien en het schip, waarop Jack zich bevond, was omstreeks vier mijlen aan lij. De Harpij was geheel uit het gezicht geraakt, en 't werd nu tijd te beslissen wat men doen zou. Zoodra het donker geworden was, liet Jack al de manschappen bijeenkomen en hield een vrij lange toespraak.

Vanwaar dat gekraak en angstgegil? Het brugje buiten de poort, propvol met nieuwsgierigen, is bezweken en een aantal menschen spartelt in den vloed. »Men zegt, schoon wij 't met geen bewijzen kunnen staven, Dat hij, die Anna Jans verklikte en bragt in lij, Ook bij de aenschouwers was, en eer verdronk dan zij«.

Het eiland Monte Christo is in zicht geweest; nu nadert het stoomschip Elba. Alles gaat aan boord zijn gewonen, regelmatigen gang. Er is ontbeten, gelunchd en gebitterd alles behoorlijk op tijd! Aan lij wandelen een paar passagiers, met overjassen aan en omhoog gezette kragen, heen en weêr.

»Ik zeg, vader, dat je voor mijn part kunt doen wat je wilt!" Een windvlaag maakte op de onpartijdigste wijs een eind aan de oneenigheid van den ouden en den jongen schipper. Het kleine vaartuig ging overzij, de mannen sprongen aan loefzij om het in evenwicht te houden, doch zagen op hetzelfde oogenblik tot hun schrik, dat aan lij een plas water de schuit van het eene eind tot het andere vulde.

Een half uur nadat kapitein Hull en de zijnen het schip verlaten hadden, bevonden zij zich juist aan lij van den walvisch, zoodanig dat deze zich in het midden tusschen het schip en de sloep bevond. Het oogenblik was dus nu gekomen om hem zoo stil mogelijk te naderen.

"Betere... Betere", klaagde zij kreunend: "ù voelt niet wat ìk voel U heit mooi prate Ik lij