United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was een schoone Juli-morgen, toen we om negen uur op stap gingen, beladen met alles wat kinderharte-wenschen in vervulling kan brengen. Nog wel naar een speeltuin, waarachter een groot weiland. Een eind buiten de stad zijnde, stevenden we arm in arm, vroolijk zingende op ons doel aan. Op eens, wee ons, bemerkt de kleine Lies, dat haar poppenkind een schoentje heeft verloren.

Moeder verklaarde me: wanneer Lies nog eens een enkelen keer dreigde in haar oude kwaal te vervallen, heb ik maar te vragen: "zal ik het Juffr. E. schrijven?" om het kind tot de orde te roepen. Niet er op rekenen, zooals de moeder hoopte, dat ze, als ze ouder werd, wel anders zal worden, maar zorgen, dat ze ouder geworden, veranderd is. Daarheen moeten we het toch bij het opvoeden leiden.

Juist toen we beginnen zouden, bemerkte ik, dat Trineke er niet was en ik vroeg: waar is Trineke? Want anders was ze-n-'r altijd bij, net als de andere knechts en meiden, maar nu was zij er niet. En dat zag ik, en ik vroeg er naar aan Lies, en ook aan Koremans zelf. Lies was de bruid, weet-je, die met me dansen zou, en wel 't allereerst, omdat ik 'n weddingschap van haar vrijer had gewonnen ... ook al over sterkte. "Trien is ziek," zei Koremans, "en ga nu je gang maar met Lies." "Is Trineke ziek," vroeg ik, "en waar is ze dan?" Want d

En als Druon-Antigoon voor het breede burgvenster gezeten was, dan had hij het uitzicht over den voorbijsnellenden vloed, en als de zon op het watervlak speelde, dan zag hij de zilverschubbige bewoners er boven uitspringen, en glanzen in 't zonnelicht; maar ook, als de wind het lies aan den oever deed ruischen, dan zag hij de schippers met volle zeilen voorbij den burg varen, ha! alsof er geen reus aan de Schelde was!

Kijk, daar in de hoogte was een ruit bevaagd met schimmen van bloeisel, zooals ik dat buiten dikwijls zag, diep schemeren onder water, op den grond van een vijver; ik kon ze hier zien groeien, en worden tot de ragteêre karkassen van boomloof bewaard tusschen de bladen van een oud boek; en naar lager, daar was het een forsch gestengel, een geslier en gescheut dwars over het glas, in neêrhangend bladgewapper, gelijk pluimriet, als flakkerend lies, als lang gladiolussengroen.

"Neen," zeid-i, "en ze is er niet!" En ik zei dat ze er wel was, en vroeg 't hem nòg eens, want men moet 'n mensch altijd tijd laten om zich te beteren. Dat doet God ook. Maar hij zei weer neen, en Lies wou me vasthouden, maar ik duwde haar weg, en zette m'n schouder tegen de staldeur dat ze kraakte, en ... ik was erin, hoor! Vindt je dat niet sterk? Ik heb er nog schik van.

Want toen ik den vorigen keer by Koremans was, had ik al gemerkt dat ze erg hoestte, en nog kaduker was, dan gewoonlyk. Ze was 'n beetje mank ook, maar ze had altyd braaf gewerkt... o, by Koremans z'n ouders al! En daarom vroeg ik waar ze was? "Ze is op 'r bed, zei Lies, en ik begryp niet wat je hebt uittestaan met dat ouwe mensch. Kom, dans maar!" En ze wenkte den speelman dat-i beginnen zou.

Maar dat wist ik niet, en Koremans zei 't me niet dat begrijp je wel maar 't was of God 't me ingaf. En ik stond vóór den stal, en vroeg: "is ze hier?" maar Koremans durfde niet antwoorden, en Lies riep weer: "wat wil je toch met dat ouwe mensch?" Maar ik zei: "met jou dans ik niet!" en 't speet 'r. Toen vroeg ik aan Koremans of-i de deuren van den stal wou openen?

49 Ik zag er éénen gemaakt tot de gelijkenis van een luit, als hij maar de lies geknot hadde gehad, daar waar de mensch die verlengd heeft tot eenen gaffel. 52 De zware waterzucht, die zoozeer misdeelt de leden door het vocht, dat zij kwalijk scheidt, dat het aangezicht niet beantwoordt aan den buik,

Als de meid eens vroeg: "Och, Lies, ik heb het zoo druk, wil jij even rijst voor me halen?" dan zei Liesje: "Dank je, ik hou' niet van boodschappen doen!" Neen, zij hield niet van boodschappen doen. Als Fik, de hond, moe van eene lange wandeling, lekker in zijn mandje lag te rusten, dan moest hij juist eens voor Liesje opzitten.