United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weet je, Kostja, ik wil je de waarheid zeggen." voegde hij er bij zich half oprichtend en op het bedtafeltje leunend en Lewin met zijn goedige oogen slaperig aanstarende: "Gij hebt het je zelf te wijten. Ge hadt alle hindernissen het hoofd moeten bieden.... Ik heb je toen al gezegd...." Hij geeuwde zonder den mond te openen, alleen met de kinnebakken.

"Maar Kostja! Gij overdrijft!" zeide Kitty, die zich in haar hart over de kracht zijner liefde voor haar, die zich nu in zijn jaloezie uitte, verheugde en ze toch vreesde.

"Neen, papa, hij is heel aardig en net en Kostja houdt veel van hem," zeide Kitty met een smeekend lachje, daar zij in zijn trekken een spottende uitdrukking bemerkte. "Ik heb er niets tegen." "Ga jij ze wat bezig houden, Dollylief," wendde zij zich tot deze. "Zij hebben onderweg Stiwa aangetroffen, hij is welvarend. Ik moet eens naar mijn kleinen Mitja.

En als ik dan met mijn vrouw den veestapel ga bezichtigen, zegt mijn vrouw tot de gasten: dit kalf hebben Kostja en ik zelf groot gebracht." "Hoe kunt ge daar genoegen in vinden?" vraagt een der gasten. "Alles wat hem genoegen doet, doet ook mij genoegen.... Maar wie is zij? In Moskou is iets ernstigs voorgevallen.... Maar wat er aan te doen?

"Denk niet, dat ik wezenlijk een neger ben; als ik mij heb gewasschen, zal ik een menschelijk voorkomen hebben," en zijn witte tanden schitterden tusschen zijn schalkachtig vertrokken lippen, terwijl hij haar de hand reikte. "Kostja zal heel blijde zijn.... Hij is in het veld, maar hij zal wel terstond terug zijn." "Altijd druk in de zaken. Maar wij zijn ook in Arkadië," zeide Katawassow.

"Voor haar is het altijd feestdag," dacht hij, "maar voor de zaken is er geen feestdag; zij kunnen niet wachten en zonder dezelve kan men niet leven." Lewin keerde eerst naar haar terug, toen men hem voor het avondeten riep. Op de trap stonden Kitty en Agasija over den wijn te beraadslagen. "Wat maakt ge toch voor omhaal? Denzelfden als gewoonlijk." "Neen, dien drinkt Stiwa niet.... Kostja!

Welk een brandewijn!... Maar zeg, Kostja," wendde hij zich tot Lewin, "is het al niet zoo zachtjes aan tijd geworden?" Lewin zag het venster uit naar de ondergaande zon, die achter de nog kale toppen van het woud begon te verdwijnen. "Ja waarlijk, het is tijd," riep hij uit en sprong op; "Kosma, laat de lineika inspannen," en toen ijlde hij naar beneden.

"Ach!" riep hij en greep zich naar het hoofd: "Hadt ge dat toch niet gezegd! Dus, wanneer gij aantrekkelijk waart...." "Ach neen, Kostja, wacht toch! Hoor dan toch!" zeide zij deelnemend en medelijdend: "Hoe kunt ge zoo iets denken? Mogen er dan voor mij in 't geheel geen menschen bestaan, geen.... Zeg, wilt ge dan, dat ik niemand zien zal?"

"Neen, zij zullen het je niet kwalijk nemen, daarvoor sta ik je in," antwoordde Kitty lachend. "Maar, Kostja, weet je, ik heb nog slechts vijftig roebel." "Dan moet ik nog iets van de bank halen. Hoeveel?" vroeg hij met een gebaar van ontevredenheid, dat zij kende. "Neen, wacht eens. Wij zullen daarover spreken. Dat verontrust mij.

"Zullen wij vandaag niet eens uitrijden om paddestoelen te zoeken?" vroeg Dolly. "O ja wel, dat moeten we doen! Ik rijd ook mee!" zeide Kitty blozend. Uit beleefdheid wilde zij Wesslowsky vragen, of hij mede wilde gaan, maar zij liet het na; daarentegen vroeg zij met een schuldige uitdrukking in 't gelaat aan haar man, die hen juist met vasten tred voorbij ging: "Waar gaat ge heen, Kostja?"