United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er waren zeer veel watersnippen voorhanden. Ieder oogenblik vlogen er eenige op en Lewin had alles weer goed kunnen maken; maar hoe meer hij schoot, des te meer geneerde hij zich voor Wesslowsky, die zonder maat en doel er lustig op los schoot, niets doodde en daarover toch niet verlegen werd.

"Ja, toe, laat ons gaan," zei Wesslowsky, terwijl hij zijdelings op een stoel ging zitten en zijn welgedaan been onder zich trok. "Zeer gaarne! Laat ons gaan! Zijt ge dit jaar al op de jacht geweest?" zeide Lewin, terwijl hij opmerkzaam Wesslowsky's been beschouwde, met geveinsde beleefdheid, die Kitty zoo goed in hem kende, en die hem volstrekt niet goed stond.

Al deze menschen vroeger waren zij onze brandewijnpachters verwerven zich een groot fortuin, maar op een wijze, waardoor zij toch de verachting van ieder verdienen; deze verachting is hun echter volkomen onverschillig, want met hun op zoo oneerlijke wijze verworven geld koopen zij zich van de verachting los." "Ja, dat is waar," bevestigde Wesslowsky; "volkomen waar!

Het zal u niet schaden!" riep een andere vroolijk gestemde boer met een rood gezicht en toonde daarbij zijn witte tanden en een groene, in de zon blinkende flesch. "Qu'est-ce qu'ils disent?" vroeg Wesslowsky. "Wij moeten een borrel met hen drinken. Zij zullen deze weide wel gepacht hebben.

"Zullen wij vandaag niet eens uitrijden om paddestoelen te zoeken?" vroeg Dolly. "O ja wel, dat moeten we doen! Ik rijd ook mee!" zeide Kitty blozend. Uit beleefdheid wilde zij Wesslowsky vragen, of hij mede wilde gaan, maar zij liet het na; daarentegen vroeg zij met een schuldige uitdrukking in 't gelaat aan haar man, die hen juist met vasten tred voorbij ging: "Waar gaat ge heen, Kostja?"

Alleen Wesslowsky verhief zich slechts even en met de aan onze tegenwoordige jonge mannen eigene onbeleefdheid tegenover dames, groette hij nauwelijks en zette zijn gesprek met Kitty voort. "Mascha heeft mij zoo geplaagd. Zij heeft slecht geslapen en is nu heel stout," zeide Dolly.

Alles bij Anna was aantrekkelijk: de diepe kuiltjes in kin en wangen, de volheid der lippen, de glimlach, die haar gelaat verhelderde, de glans harer oogen, de bevalligheid en snelheid harer bewegingen, de volle toon harer stem, zelfs de wijze, waarop zij half vriendelijk, half verdrietig Wesslowsky op zijn verzoek zich op haar paard te mogen zetten en hem ook met den rechtervoet te laten galoppeeren antwoordde: "Nu, neem mijn paard dan maar!"

Nadat zij drie werst gereden hadden, bemerkte Wesslowsky plotseling, dat hij zijn brieventasch miste. Hij moest ze onderweg verloren of thuis gelaten hebben. Er bevonden zich driehonderd en zeventig roebel in, en dus werd de koetsier met één paard teruggezonden om te zoeken, terwijl Lewin nu met de beide andere zelf reed. "Welke marschroute nemen we?" vroeg Stipan.

"Ja, dat is veel zuidelijker," antwoordde Wesslowsky, zette zijn welgedaan been op den stoel, liet de onderste veer inspringen en lachte goedig. Hij was zonder twijfel een goede vent en Lewin had medelijden met hem; deze schaamde zich voor zich zelf als huisheer, toen hij de verlegenheid in Wesslowsky's blik bemerkte.

Nadat Lewin en Wesslowsky meer dan de helft van het moeras waren omgegaan, kwamen zij aan een weide, die in lange stukken aan de boeren verpacht was; de helft dezer stukken was reeds gemaaid. "Hei! jagers!" riep hun een der boeren toe, die op een uitgespannen telega zat: "sterkt u eerst met een ontbijt en een slok!" Lewin keek om. "Komt toch!