United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Majoorske trok het gordijn ter zijde en wees naar beneden in den hof. "Heb ik je geleerd te schreien en te jammeren?" vroeg zij. "Zie, de plaats is vol menschen. Morgen is er geen enkele kavalier meer op Ekeby." "En komt mevrouw dan terug?" vroeg het meisje. "Mijn tijd is nog niet gekomen," zeide de Majoorske. "De straatweg is mijn huis, een sloot mijn bed.

Zij zag naar den datum en de onderteekening, en vond het volgende bijschrift bij Gösta's naam: "Omdat de Majoorske zich van mijn zwakheid bediende om mij van eerlijk werk weg te lokken en mij als kavalier op Ekeby te behouden; omdat zij mij tot Ebba Dohna's moordenaar heeft gemaakt, door haar te verraden, dat ik een afgezette predikant was, daarom onderteeken ik."

Van-tyd tot-tyd harkte zy met haar speeltuig dezen of genen "kavalier" naar zich toe, en knoopte dan 'n gesprek aan, dat echter telkens door de volte werd afgebroken.

Van dien dag werd Gösta Berling kavalier op Ekeby. Twee keer beproefde hij vandaar weg te komen en van eigen werk te leven. Den eenen keer gaf de Majoorske hem een huis dicht bij Ekeby; hij betrok dit en probeerde te leven als arbeider. Een tijd lang ging dat goed, maar spoedig verveelde hem de eenzaamheid en 't dagelijksch sloven hij werd op nieuw kavalier.

En zoo kwam hij naar Ekeby met een eigenhandig schrijven aan den Majoor, van den kroonprins, die hem bijzonder recommandeerde. Toen werden de deuren van den kavaliersvleugel voor hem geopend. In den beginne dacht men er veel over, wie wel de beroemde man wezen zou, die zich onder een aangenomen naam verborg. Maar langzamerhand veranderde hij in een kavalier en een Wermelander.

Op zijn hoeve ging alles den ouden rustigen gang. Alles groeide en gedijde onder de zorg van de vriendelijke huismoeder. Allen daar op de hoeve waren stil gelukkig. Alles wat op andere plaatsen tweedracht en bitterheid gebaard zou hebben, ging daar zonder klacht of verdriet. Alles was zooals 't behoorde. Als nu de heer des huizes verlangde als kavalier op Ekeby te leven, wat zou dat?

Maar dit was alles de fijne levenskunst, die Rousseau nooit doorgrondde; de kunst pijnlijke dingen glad en geruischloos te doen geschieden: toen de kavalier weer vertrokken was vond de arme verliefde Mme d'Houdetot zeer verkoeld. Zij ging de band zoetjes aan losser maken.

Elken dag ging ze voorbij 't huis, met een paar mooie meisjes. En eens bracht ze Marianne Sinclaire meê; toen gooide je de spa en 't schootsvel weg en werd weer kavalier, Gösta Berling." "'t Was toch mijn eigen keus, ezel!" "Jawel, ja zeker was 't je eigen keus. Later kwam je op Borg en werd gouverneur van Hendrik Dohna en je was toen bijna Gravin Märta's schoonzoon geworden.

"Zij is er gelukkiger mee dan ik." Maar daar stond Gösta Berling, de vroolijke kavalier, met gejuich begroet om zijn helderen lach, zijn geestige woorden, die gouden glans wierpen over 't grijze, dagelijksche leven. Nooit te voren had ze hem zoo gezien als dien avond.

"Nu ja, wat liefde betreft, om dien onzin geef ik geen steek," had hij toen gezegd, "Ik rijd graag op een goed paard, en ga op de jacht; maar ik ben geen kavalier; ik wil werken. Als ik maar geld krijgen kon, zoodat ik de hoeve thuis overnemen kon en mijn moeder een rustigen ouden dag bezorgen kon, dan zou ik al heel tevreden zijn. Ik kan wel zaaien en ploegen, want ik houd van flink werken.