United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit eeuwig zitten maakt de kinderen bleek en ziekelijk; velen groeien er krom van, eenigen krijgen een bult, en het ergste van al is, dat, met hun zoo langzaam de borst in te drukken, men dien ongelukkigen kinderen de tering in het lijf steekt. Och, wist gij, Lina, hoevele jonge vrouwen er begraven worden, die in het kantwerkhuis den doodelijken knak gekregen hebben!"

Ziet gij, Lina, in zulk kantwerkhuis zitten de arme kleine meiskens van den vroegen morgen tot den laten avond over een kantkussen gebogen. Men laat toe, dat de kinderen een oogenblik ademhalen. Nooit opzien, nooit verroeren; altijd werken met gekromde leden en verpletterde borst.

Dit is niets, bazin Damhout; ik wil wel naar het kantwerkhuis gaan, ik zal er mijn best doen zooveel ik kan; maar dat ik niet mag leeren lezen, daarom heb ik zooveel verdriet." "Welnu, blijf hier; ik ga naar uwe moeder. Krijsch niet meer. Misschien kom ik terug met goed nieuws." Eenige oogenbliken daarna trad vrouw Damhout in de woning van Wildenslag.

Haastig schikte zij alles in de kamer, en zeide dan tot het meisje: "Zijt gij wel zeker, Lieveken, dat uwe ouders beslist hebben u naar het kantwerkhuis te doen?" "Zeker, bazin Damhout, reeds van morgen vroeg." "Zij weten dus niet wat een kantwerkhuis is?" "Ik geloof, dat zij het wel weten.

De beide moeders drukten elkander de handen; bazin Wildenslag scheen zeer gevleid door den lof en de vriendschap harer buurvrouw, en het was met onverborgene blijdschap, dat zij haar aandreef om nog een kopje koffie te drinken. Eindelijk zeide zij in gedachten: "Zeker, Godelieve gaat niet naar het kantwerkhuis; maar zij kan toch niet langs de straat blijven loopen?

Godelieve is een meisje, en over de meisjes is de moeder alleen meesteres. Dat hij met zijne bengels van jongens doe wat hij wil; ik kom daar ook niet tusschen. Wees niet bevreesd, Christina; al verroerde hij hemel en aarde, onze Lieveken zou toch niet naar het kantwerkhuis gaan.

Bevend sprongen gij recht; hoop en vrees glinsterden in hunne wijdgeopende oogen. "Godelieve," zeide bazin Wildenslag met groote blijdschap, "gij moet niet naar het kantwerkhuis! Morgen gaat gij naar de school, bij de Zusters-ten-Nonnenbosch, en gij zult mogen leeren gelijk Bavo!"

"Ja, en morgen van te zes uren moet ik naar het kantwerkhuis, en ik mag nooit een boek meer in de hand nemen, dat vader het zie. Och God, wat ben ik ongelukkig!" Luider nog begon zij te krijschen; de tranen biggelden van tusschen hare vingeren. Bavo, door medelijden ontroerd, liet het hoofd op de tafel vallen en begon insgelijks te weenen.

En gij daar, vuile bengels, de deur uit, totdat ik u roepe, of anders zal het troef op uwen rug zijn!... Nu, zit neer, Christina, wij zijn alleen en kunnen op ons gemak een beetje kouten." "Het is om een beetje te kouten, dat ik gekomen ben, Lina," antwoordde vrouw Damhout, zich nederzettende. "Is het inderdaad waar, dat gij besloten hebt uwe Godelieve op het kantwerkhuis te doen?"

"Had ik kunnen twijfelen aan uwe liefde voor uwe kinderen, gij zoudt mij vandaag hier niet gezien hebben. Godelieve is mij komen zeggen, dat gij besloten hebt ze morgen naar het kantwerkhuis te doen gaan. Mij raakt de zaak wel niet persoonlijk; maar gij zult het mij vergeven, dat ik uw kind gaarne zie. Zij is toch zoo minzaam en zoo verstandig, en zij heeft zulk goed en zuiver hart.