United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door hare moeder aangedreven om aan dien wensch te voldoen, zette het meisje zich neder en boog weder het hoofd. Men zou gezegd hebben, dat de oogslag van Bavo haar schrik inboezemde; en inderdaad, zij had bij elken zijner blikken gesidderd. "Zeg mij, Godelieve, hebt gij in uw smartelijk leven nog dikwijls aan onze gelukkige kindsheid gedacht?" vroeg Bavo.

"In de maand Juli...." "Welnu, zie eens in dezen almanak, daar op den zesden der maand, welke heilige staat daar?" "Sinte-Godelieve!" zeide het meisje met verwondering. "Ja, Godelieve, het is uw dag," juichte hij. "Ik ga u besteken; ik heb een geschenk voor u. Eene maand lang heb ik in het geheim er aan gewerkt. Gij moogt er niet mede lachen en moeder ook niet. Ik heb gedaan wat ik kon."

Werp u aan de voeten van vrouw Damhout, bezweer haar bij hare vorige goedheid voor u. Zij zal ons redden, wees er zeker van." "Ja, moeder, de strijd is ten einde; ik gevoel mij weder eenige sterkte," murmelde de bange maagd. Toen zij het huis gingen naderen, bemerkte Godelieve door de vensterruiten, dat een man, een heer, in de verlichte kamer stond.

Het was, volgens zijne gedachte, een slecht voorbeeld in een huisgezin, waar iedereen bestemd was om, van kindsbeen af tot aan het graf, te werken zonder rust en zonder hoop op verbetering. Godelieve was te jong en te zwak om nu reeds naar de fabriek te gaan; maar er bestond in de buurt een huis, waar men den kleinen meisjes leerde handwerken.

Natuurlijk, zulk eerbewijs en de uitbundige lof over haar zelve en over haar kind hadden haar het hoofd duizelig gemaakt, en zij was uit de school teruggekeerd met het vaste opvat, Godelieve zoolang mogelijk te laten leeren.

"Godelieve," vroeg de jongeling eensklaps, als gedreven door eene geweldige ontroering, "Godelieve, ik gaf u een aandenken, eene gedachtenis. Hebt gij ze bewaard?" Hij bekwam geen antwoord. "Het beeld van Bavo en Lieveken met hun boek in de hand," zeide hij, "onnoozel en gebrekkig werk, dat aan den kleinen Bavo schier eene maand arbeid kostte. Gij hebt mij beloofd, dat gij het zoudt bewaren."

Eindelijk hoorde men eene kinderstem van buiten den naam van Godelieve roepen, en het meisje, na Bavo en zijne moeder eenen goeden nacht te hebben gewenscht, meende zich naar huis te spoeden; maar bazin Damhout greep eenen emmer en zeide: "Kom, Lieveken, ik moet om water naar de pomp; ik zal met u gaan."

Ik sprak van mijnen man in het hospitaal te zien te krijgen; maar hij smeekte weenend om genade, en Godelieve wilde er niet van hooren. Dan hebben wij naar Rouaan geschreven, om hulp van onze kinderen te hebben. Mijn jongste zoon alleen heeft geantwoord, dat hij zou komen om voor ons te werken; doch hij had zich in zijne fabriek sterk aan den arm gewond en liet ons wachten totdat het te laat was.

Zij vouwde de handen te zamen voor den jongeling en zuchtte met de oogen vol tranen: "O, mijnheer, uwe barmhartigheid, uwe goedheid maakt mij stom; ik weet niet, hoe u mijne erkentenis uit te drukken. Morgen vroeg, vóór ons vertrek, zullen wij hier terugkomen. Godelieve zal op de knieën u zegenen voor uwe milde weldaad...." "Godelieve? Morgen?" kreet de jongeling verbaasd. "Waar is dan Godelieve?"

Bavo moest daarenboven wel zeker zijn, dat Wildenslag naar Gent zou terugkeeren. Maar dit was de reden der smart van den jongen niet. Wat hem verschrikte, was de tijding, dat Godelieve op eene fabriek werkte, te midden van ruwe, woeste menschen, en daarom was hij ontroostbaar.