United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als zij zal zien, hoe hare broeders en zusters geld in overhoop winnen, zal zij van zelve op eene fabriek willen werken." Nadat hare buren waren weggegaan, overpeinsde vrouw Damhout zeer lang de woorden van Wildenslag. Zij wist niet waarom de vrees, dat Lieveken op eene fabriek kon gaan, haar ontstelde.

"Ik geloof het, Adriaan; maar gij kondt niet weten, dat men er zou schelden en twisten." "Daarom is het niet: ik ben droef in mijn hart." "Hoe zoo? Is u iets geschied?" "Wildenslag heeft mij vervaard gemaakt! hij maakt mij altijd vervaard.... En misschien heeft hij gelijk; misschien doen wij niet wel met onzen Bavo boven zijne ouders te willen verheffen." "Alweder dit kwaad gepeins!"

Hij stond op, ging tot de vrouw, greep haar de hand en zeide: "Arme bazin Wildenslag, wat hebt gij geleden! Ik beschuldigde u zoo wreedelijk. O, vergeef het mij! Wees gedankt; want ik begrijp aan uwe woorden, aan uwe moederlijke ontroering, dat gij hebt medegeholpen om uwe Godelieve de loopbaan te laten betreden, die hare deugd en hare geleerdheid haar voorschreven.

De beide moeders drukten elkander de handen; bazin Wildenslag scheen zeer gevleid door den lof en de vriendschap harer buurvrouw, en het was met onverborgene blijdschap, dat zij haar aandreef om nog een kopje koffie te drinken. Eindelijk zeide zij in gedachten: "Zeker, Godelieve gaat niet naar het kantwerkhuis; maar zij kan toch niet langs de straat blijven loopen?

Zij stond op met het krieken van den dag, schikte, kuischte en schuurde, en deed zooveel, dat het huisje van Jan Wildenslag allengs een min onzindelijk aanzien kreeg. Zij sprak tevens met hare moeder over hetgeen zij op de schole leerde en over de schoone lessen van zedelijkheid en van wellevendheid, welke de Zusters haar gaven.

Hij wist, dat zij, zoohaast het mogelijk zou worden, naar de fabriek zou moeten gaan, en dan, vreesde hij, zou zij niet meer kunnen leeren; misschien zelfs zou hij niet meer of zeer zelden met haar kunnen spelen. Inderdaad, vader Wildenslag was een vijand van het onderwijs.

Wildenslag meende, dat men haar onmiddellijk op de fabriek moest doen; zij zou er seffens eenige stuivers elken dag winnen, terwijl zij, om een handwerk te leeren, misschien nog wel gedurende twee jaar met eenen of twee stuivers per week zou naar huis komen.

"Neen, houd het geld," zeide hij, mijn lust is over.... Nochtans, Christina, dezen avond vieren de vrienden in de Blauwe Geit het jubilé van rossen Leo, omdat hij nu vijfentwintig jaren spinner is. Wildenslag heeft mij aangemaand om er bij tegenwoordig te zijn; ik heb hem beloofd, dat ik zou komen, indien het mogelijk was." "Welnu, Damhout, het is mogelijk: gij moet uwe belofte houden."

Hunne afwezigheid zou dienvolgens ten hoogste eenige maanden duren. Vrouw Wildenslag ging juichend en met groote blijdschap haar vertrek naar Frankrijk in de gansche buurt aankondigen. Toen zij in de woning der Damhouts kwam, was zij vergezeld door haren man, die nu zijne luidruchtige welgemoedheid geheel had teruggevonden en roemde op het hooge dagloon, dat men in Frankrijk genoot.

Vrouw Damhout kan anders niet lezen dan in den almanak en in haar kerkboek. Daar zal ze toch het huishouden niet in leeren." "Dan zal het zijn, omdat Damhout minder geld verteerd, en te huis blijft, terwijl gij halve nachten in de kroeg zit te drinken en te dobbelen!" "Dit is wel mogelijk," antwoordde Wildenslag, het hoofd met ongeduld schuddende.