United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hy verlangde naar 'n voorwerp waarop-i z'n woede kon koelen, al ware het, byv. 'n bende Vuurlanders geweest. Dan had-i geweten wat het Noodlot van hem verlangde: stryden en... overwonnen worden, nu ja, en men zou hem opeten, ook. In-godsnaam!

Wouter vroeg weer aan z'n begeleider, of er dan van hunnentwege volstrekt niets aan de zaak te doen zou wezen? M'n arm kind! En... m'n boezelaar! Als ik dan in-godsnaam maar m'n boezelaar weerom had! Deze uitroep rymde vry-wel op den loop van Wouter's gedachten. Drie skelling en 'n oortje! Weer rekende Wouter z'n Mentor voor, dat dit nog geen vollen gulden bedroeg.

Ja, zei de moeder, handig is ze-n-als 'n weerliggie! Is er niet wat van je stuk, pater? Stuur 't maar gerust hier! Wouter gloeide. Waren 't dan in-godsnaam maar halskraagjes, kousen, of ... vesten, of ... ziedaar als 't dan volstrekt iets wezen moest van verdrietigen aard al was 't dan maar 'n bovenbroek! ... stuur 't maar hier, pater, want al is onze Fem er niet ... Wáár zou ze wezen?

De vrouw droeg wel zorg, genoeg met haar oogen te doen te hebben om geen voedsel te geven aan de gissing dat zy op wachten verdacht was, en misschien was het voor Wouter-zelf 'n verrassing toen hy op-eens in-godsnaam, 't moest wel! zich aanstelde alsof 't wel werkelyk z'n bedoeling was geweest den ganschen ryksdaalder te offeren op 't altaar van... van... ja, van wat eigenlyk?

Hy voelde dat dit hem 'n zot voorkomen gaf, en de neiging meedeelde om te spreken als Stoffel, maar 't was juist dit gemaakte, dit onnatuurlyke, waarmee hy, volgens de niet geheel onjuiste menschkundige berekening zyner moeder, de gunst moest winnen van z'n nieuwe chefs. Dus: Draai toch in-godsnaam je hoofd niet zoo telkens rechts en links, 'n Mensen moet vóór zich kyken.

Want niets is moeielyker te gelooven dan 'n wonder dat men ziet. De wonderen die men niet ziet, maken 'n onderscheid. In-godsnaam dan... Ja ... dit meisjen is 'n meisjen ... en wat meer zegt, ze is eene vrouw! Ja, ze is eene vrouw, en heeft gehoereerd... Och lievechristenzielen, ik kan er niet uit wysworden! Ik wel, zei juffrouw Laps, ik begryp 't heel goed. Ja, slang ... jy begrypt me!

Huisdominee was dus geheel in z'n recht, en juffrouw Laps ook, schoon zy eigenlyk de zaak alleen dáárom overbracht op het terrein der H. Godgeleerdheid, wyl ze de aandacht wou afleiden van haar briefbesteller. Maar wat moeten we dan in-godsnaam aanvangen met dien kwajongen? riep Juffrouw Pieterse in 't eind.

In-godsnaam d. i. ik wil niet verantwoordelyk zyn voor 't litterarisch gehalte Wouter's ziel geleek op 'n schotel melkpap waaruit de bliksem schoot, op 'n donderend bloembed.

De goede vrouw had het hart niet, of hart te veel, om hem te zeggen dat die aannemery niet de rechte was. Ben je ... by-voorbeeld, om nu eens iets te noemen, ben je gevormd? Gevormd? Wel zeker! Want als je niet gevormd bent ... Wat Wouter 'n zonderling gezicht zette! Hy niet gevormd! ... als je niet gevormd bent door den Bisschop, dan ... zieje ... dan.... In-godsnaam!

Maar ... Pompile, hoe krygen wy in-godsnaam mama de stoep af? Dat is de vraag! Juist, papa, d