United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


"De stakker zal er danig van gelust hebben in mijn afwezigheid, licht dat ik hem tenminste voor ditmaal verlos." Jack wikkelde zich in zijn mantel, gluurde door het raampje van de voorlongroom naar binnen, en zag dat het juist zoo was als hij gedacht had. Met een verbolgen stem bulderde hij: "Meneer Vigors, je zoudt me verplichten met Gossett te laten gaan."

"Zoo waar als ik leef, Massa Rustig, 't is precies zoo gebeurd. Stellig moet hij erg zwak van geheugen zijn," vervolgde Mesty, "en weer een lesje noodig hebben van Jack Gelijkheid." "En daar zal hij niet van vrijloopen ook," antwoordde onze held, "hoewel het strijdt tegen het artikel dat luidt: 'alle twist en vechterij enz. Gossett, heb je een beetje meer begrip dan een garnaal?"

Jack had nog al eens gelegenheid om aan wal te gaan en daarbij vergezelde meneer Asper hem geregeld. Op een morgen kwam Jack beneden in de kajuit en vond er den jongen Gossett huilende. Wat scheelt er aan, mijn beste Gossett? vroeg Jack. "Vigors heeft me met een eind touw afgerost," antwoordde Gossett, terwijl hij zijn arm en zijn schouders wreef. "Waarom?" vroeg Jack.

"Jawel," antwoordde Gossett. "Nu, wil je dan een volgenden keer doen wat ik je zeg, en op mijn bescherming rekenen?" "'t Kan me niet schelen wat ik doe," hernam de jongen, als gij me maar helpt tegen dien laffen dwingeland." "Bedoel je daar mij soms mee?" beet Vigors hem toe, die juist in de deur van de kajuit verscheen. "Zeg ja," fluisterde Jack. "Ja, jou!" riep Gossett uit.

Deze jongen droeg den naam van Gossett. Zijn vader was een rijke grondeigenaar uit Lynn in het graafschap Norfolk.

De kleine Gossett wees, als Vigors eenige beleedigende aanmerking op hem maakte, grinnikend naar het raampje van de kajuit en alleen de herinnering deed Vigors verbleeken en bracht hem tot zwijgen. Binnen twee dagen bereikten zij Gibraltar, waar meneer Sawbridge en ook Jolliffe weer aan boord van de Harpij kwamen. Gedurende de veertien dagen, die ze voor anker lagen, mocht Jack aan wal blijven.

Kapitein Wilson en meneer Sawbridge betreurden het verlies van onzen held innig, omdat ze, als eenmaal de wilde haren er uit zouden zijn, veel van hem verwacht hadden, Ook meneer Asper speet het zeer, vooral omdat met Jack ook zijn beurs verdwenen was, en de kleine Gossett beklaagde zich het meest, omdat hij nu van Vigors geen genade meer te wachten had. Enkele echter waren blij, dat hij weg was.

Jack had er schik in, dat hij niet herkend werd; hij sloop de groote trap af en moest zich bukken om onder de hangmatten der gewonden door te komen, juist wilde hij zich achteruit in de kajuit bij den kapitein aanmelden, toen hij den jongen Gossett hoorde schreeuwen. "Ik wed, dat die ellendige Vigors weer bezig is dien armen Gossett af te rossen," dacht Jack.

Op den klank van die stem, keerde Vigors zich met zijn eind touw in de hand haastig om, zag Jack's gelaat voor het raampje en in de meening dat het een spookverschijning was, gaf hij een gil en viel als in een stuip neer. Ook de kleine Gossett beefde over al zijn leden en staarde hem met open mond aan. Jack was voldaan, en verdween onmiddelijk weer.

"Zoo is 't genoeg," zei Jack eindelijk; "en wees nu maar niet bang, Gossett; den eersten den besten keer dat hij je aanraakt als ik er niet bij mocht zijn, zal ik 't hem betaald zetten, zoodra jij 't me verteld hebt. Ik wil niet voor niets Jack Gelijkheid genoemd worden."