United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


En nog, ga maar rond onder Gods volk in onze steden en dorpen, en altoos weer zult ge het droef verhaal beluisteren van de hardheid van hart, waarmeê dat ongoedertieren volk zijn verblinde bitterheid aan de sekte van den Nazarener heeft gekoeld. Zelfs onze kinderen weten daarvan. Want datzelfde ongoedertieren volk zit ook op de schoolbanken, speelt ook de spelen der jeugd mede.

Zij moeten goed gezegd worden en die knapen spreken zuiver. De kluchtige mimus-rollen zijn eigenlijk veel zwaarder, vermoeiender; dat zijn dan ook akrobaten, die die spelen.... Decimus, vroeg Martialis den slaaf achter zich; schenk mij gekoeld water in.... De slaaf schonk hem een gecizeleerden, kristallen beker vol met gekoeld water. Een epigram, Martialis? vroeg Frontinus.

Ik vrees echter, dat ze niettemin op den rug van haar jongen die woede gekoeld heeft. Zoo zijn wij, opvoeders. Sterk in de correctie. Waarbij dan de slagen vallen op de slachtoffers onzer nalatigheid. We verwaarloozen eerst. En dan maar straffen. De kleintjes zaten in de voorste rijen, en naargelang je ouder en grooter werd, schoof je naar achteren.

Hij wilde ook nu naar hen toe, doch moet dat voorloopig uitstellen, omdat hij zich eerst wenscht te wreken op den kornel." "Heeft hij u daarvan gesproken?" "Ja. Hij zal niet rusten, voordat hij zijn wraak aan hem gekoeld heeft. De kornel is dus in mijn oogen een verloren man." "Dat heb ik ook gezegd," merkte Old Firehand aan.

Toen hij zijne woede eenigszins op zijn onschuldige dienaren gekoeld had, verzamelde hij zijne krijgslieden en reed dadelijk naar Culemborg terug. Daar liet hij den ongelukkigen Heer Gijsbrecht uit den kerker halen en op een paard binden. Zoo bracht hij hem naar Dordrecht, waar Heer Aloud, 's Graven Baljuw, het machtige slot Crayenstein bewoonde.

Op den inhoud? bedacht zich Martialis. Hoor toe, o jonge vriend! En, steeds den beker hoog, zegde hij: Sneeuw niet te drinken maar water, door sneeuw slechts gekoeld, Is verfijning te prijzen van vernuftigsten dorst. Zij juichten; zij klapten de handen. Gasten, meende Plinius; eischt niet méer van onzen goedgeefschen vriend: onbescheiden zouden wij worden....

Toen de impi, die na de moord van Retief uitgezonden was met de last, de Emigranten Boeren in Natal uit te roeien, en niemand, man, vrouw noch kind in het leven te laten, met bebloede koppen terugkwam; toen Dingaan vernam dat honderden zijner dapperste Ama-doda, door de Malongo, de blanke man, waren gedood, kende zijn woede paal noch perk, en werd het eerst op zijn verslagen leger gekoeld.

De gevangenen dankten en juichten; want zij waren nu aan eenen onmiddellijken dood ontsnapt en twijfelden niet of de proost, wiens overheid groot was, zou hen blijven beschermen, totdat de woede hunner wreede vijanden was gekoeld. Zij volgden hunnen redder naar de trap der kapelle. Wel morden en gromden Burchards gezellen; maar hij zeide hun: "Geen tegenstand! Wij moeten 's graven schat hebben.

Reeds werd van 't brandend Zuid, in d' Oceaan gekoeld, Het zoele luchtjen als met golfjens aangespoeld, En 't ruisschen van den Frath, die met gezwinde stroomen Zijn weg naar zee verkort, van naderby vernomen; Wanneer een menigte van uit het deinzend West Zich opdoet, als een wolk, uit nevels saamgeprest, Die wandelt voor den wind. Indien het vijand zij, ik vorder plichtbetooning.

Hetzij de woede van Burchard was gekoeld, of dat hij zijnen oom niet op eene bloedige wijze wilde wederstreven, hij gebood zijnen mannen, deze ridders, die zich toch den Kerels niet bijzonder vijandig getoond hadden, vooralsnu ongehinderd te laten; en hij stelde ze, evenals hij met de anderen had gedaan, in bewaring van den proost en van den kastelein, die voor hunne gevangenhouding verantwoordelijk zouden blijven.