United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij beweert gewichtige tijdingen voor den kastelein te brengen." "Wie is hij?" "Hij zegt dat hij Lambrecht Ploegijzer heet en te Bethferkerke woont." "Ha, ik ken hem; het is een van mher Burchards lieden. Doe uwe mannen onder de wapens komen, Landfried; open de poort met voorzichtigheid en geleid den bode tot mij." Landfried ging ter kamer uit.

Men zal hen verantwoordelijk maken, de misdaad op hen wreken, op hen, die onschuldig zijn.... Keer terug naar huis, Dakerlia, of blijf hier met mijne zuster. Ik moet mij haasten naar den burg. Mijne ooms zullen zich tegen Burchards gewelddadigheid verzetten. Hij is in zijne blinde woede bekwaam om hen te mishandelen...."

Maar nog denzelfden dag had de proost van St-Donaas eenen bode naar Atrecht afgezonden met eenen langen brief waarin hij den graaf het gebeurde verhaalde van zijnen eersten oorsprong af en Rambold Tancmar beschuldigde den bloedigen twist te hebben begonnen door het vermoorden van Burchards gezellen.

Rambold, die door zijnen oom belast was geworden, gedurende zijne tegenwoordigheid in het leger zijne goederen te Straten te bewaren en te verdedigen, had zich verplicht gezien geweld tegen geweld te stellen en Burchards lieden van den bedoelden grond te verjagen.

"Het hof late mij toe eenige woorden tot terechtwijzing te spreken", zeide de hofraadsheer Tancmar. "Zeker, hadde mijn neef Rambold de voeten van mher Burchards lieden afgesneden zonder daartoe uitgedaagd te zijn geworden, het ware eene onmenschelijke wreedheid en eene helsche spot geweest, zooals de heer proost zegt.

Hij trad terug op de gaanderij en haalde een lang touw, zooals er vele in de nabijheid gereed lagen. Door zijne makkers geholpen, bond hij het einde aan Burchards lijk en droeg dit op den boord der ganderij. "Geeft acht, heeren", riep hij, "daar daalt het doode lichaam van Burchard Knap tot u af!"

Eene onduidbare vermaledijding bonsde op uit Burchards borst; het bloed ontsprong hem in eenen dikken straal, en hij viel zonder beweging achterover.

Zij wilden deze gunstige gelegenheid om Willem Van Loo eenen invloedrijken bode te sturen, niet laten ontsnappen. Dewijl de proost meende de geheime rede van Burchards tegenstand te doorgronden, zeide hij: "Nog iets heb ik vergeten u mede te deelen. Mher Walter stemt er in toe met mij eenen tweeden persoon buiten de stad te brengen, tegen eene belooning van honderd marken zilvers.

Daar zeide de oude Bertulf: "Robrecht, wij kunnen zoo niet blootgesteld blijven aan de baldadigheid van Burchards gezellen, zonder eenige hulp om desnoods hen in bedwang te houden. Hoevele gewapende mannen zoudt gij op uw landgoed Ravenschoot kunnen verzamelen?" "Onmiddellijk, oom?" "Voor den avond." "In zoo korten tijd? Zeker vijftig of zestig, indien niet meer." "Het is genoeg.

"De graaf is terug uit Aquitanië ", antwoordde hem Segher Wulf. "Het Fransche leger is te Atrecht aangekomen. Onze ridders zullen nog daar blijven; want de koning van Frankrijk vreest eenen aanval der Engelschen uit Normandië; maar de graaf komt overmorgen te Brugge." Eene uitdrukking van ongenoegen trok Burchards lippen te zamen. "Waar is de proost?" vroeg hij.