United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Stond dan een kind, dat naar de sprookjesvertelster geluisterd had, of naar de daglooners, of naar de oude heeren 's wintersavonds voor 't venster, dan waren 't geen wolken, die het aan den horizont zag, maar de kavaliers, die daar voort joegen in hun oude kariolen; de sterren waren kaarsen, die in de oude gravenburcht op Borg brandden en bij 't spinnewiel, dat in de kamer naast hem snorde, zat de oude Ulrika Dillner.

De velden en akkers, die zij als eigenaars bewerken, verkeeren in geen beteren toestand dan de velden, waarop zij als daglooners arbeiden. Ik stond verbaasd toen ik vernam, dat zij in meer dan één dorp zelfs onbekend zijn met het gebruik van mest.

Ik wijdde eenige dagen aan het bezoeken van meerdere plantages, waar ik inlichtingen ontving omtrent de verschillende wijzen van bouw en bemesting, welke afhangen van de gesteldheid van den grond. Het meerendeel van den veldarbeid wordt door daglooners verricht; soms wordt ook, volgens contract, de geheele plantage onderhouden door een enkel gezin, waarbij man, vrouw en kinderen allen medehelpen.

Neem dan tijdelijk daglooners. Ik heb geen tijd om nog langer te redeneeren. Hier zijn de papieren voor Janik, Anka en mij. Lees ze door, om ze te onderteekenen. Hij nam de papieren, en zette zich om ze door te lezen. De inhoud beviel hem niet; hij wilde allerlei wijzigingen, maar ik wilde van geen verandering weten, en eindelijk teekende hij.

"Want die dag zal brandende zijn als een oven, en Hij zal een snel getuige zijn tegen hen, die het loon des daglooners met geweld inhouden, die de weduwe, en de wees, en den vreemdeling het recht verkeeren; en Hij zal de onderdrukkers verbreken." Zijn dit geene geduchte woorden voor een volk dat zulk een ontzettend onrecht in den boezem draagt?

De grootste en meest dringende moeilijkheid was, dat zoovele menschen in schulden staken. De kleine boeren, die een eigen boerderij bezaten, verloren snel hun boerderijen en werden daglooners, terwijl daglooners als slaven verkocht werden. Een zóó groot aantal was als slaven verkocht, dat hun afwezigheid een groot verlies was voor het land.

En zoo kwamen zij in Maastricht, waar Uilenspiegel zich verstond met de hervormden om, door middel van schepen, een grooten voorraad wapenen en munitie naar de vloot van den Zwijger te zenden. Ook te Landen deden zij hetzelfde. En, als daglooners gekleed, geraakten zij overal door.

Ik kan mij ondertusschen niet verklaren hoe 't bij zoo veel humor mogelijk is, dat er nog geen betere definitie van het ding in de wereld komt. Lieve hemel! wij drijven in humor, en niemand heeft adem om te zeggen wat het eigenlijk voor een vocht is. Ik zou dan haast gelooven moeten dat wij er in verdrinken. In dat geval, kan men er niet gauw genoeg bij zijn, een drenkelinggenootschap voor de humoristen op te richten, of een afschaffings-, ten minste een matigheids-maatschappij onder de zinspreuk: "Laat staan uw humor". Jean Paul pakt het verhevene bij de beenen, keert het met Rapponische krachten om en zegt: "Ziedaar het humoristische: 't is niet anders dan het verhevene met de voeten in de lucht" . Ik heb allen eerbied voor die kunstbewerking, maar Jean Paul was somtijds een zeer onduidelijk humorist. Bilderdijk zegt ergens, en zoo niet in zijne boeken, dan heb ik het uit zijn mond, dat het precies het Hooftiaansche neskheit is; maar Hooft en neskheit zijn, wat de "Tesselschade" er ook tegen doen moge, zulke oude humoristen, dat ik vrees dat die aanhaling de zaak voor 't algemeen niet veel opheldert. En après tout: wat heeft het algemeen er mee te maken? De humoristen zijn er, zijn er in grooten getale, en vermenigvuldigen met den dag. Eerstdaags zien wij eene koninklijke humoristen-stoeterij. Wat weet ik waar 't op uit zal komen? Eerstdaags eene humoristische revolutie, eene op end' op humoristische orde van zaken, met eene hartroerende oude vrijster op den troon, met een kring van sentimenteele daglooners tot ministerie. Daar zullen in de vergaderzaal de eenvoudige, de onschuldige kindertjes zitten; het leger zal bestaan uit duivenhartige bloodaards onder den hoogdravenden naam van medelijdende zielen; het rechterambt zal bekleed worden door menschen die tegen

Hun lichaam is langer en welgemaakter geworden. Men vindt onder hen schoone gelaatstrekken, buitengewoon fraaie mannen-gestalten. In vele kleine industriën zijn zij zeer bedreven. Als kramers, daglooners, handwerkers, zijn zij over geheel Hongarije verspreid, en waar zij in groote massa's binnensluipen en zich vastnestelen, verdringen zij spoedig de oorspronkelijke nationaliteit.

Eindelijk begeeft zich een officier in de stad, laat vijf of zes landloopers oppakken en drijft ze voor zijn paard uit, naar den Keizer, als was dat een gezantschap. Bij het eerste antwoord reeds dat die mannen hem geven bemerkt Napoleon, dat hij slechts ongelukkige daglooners voor zich heeft. Nu kan hij wel niet langer aan de volslagen ontruiming van Moscou twijfelen.