United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarom moest het juist Franske zijn die hem bedroog ... Franske die zoo'n fijn liefje bezat, jong en gezond, veel netter in ieder geval dan die smerige rosse kloek. Hij vormde het vaste voornemen Fientje te verwittigen, want twijfelen aan hetgeen Venijnige Charel, zoo driftig en luide uitgeroepen had, deed hij niet meer ...

Ze lonkte terug, heel natuurlijk ... De oogen van Schoon Franske blinkerden van louter leute ... 't Pakte wat hij sinds dagen als een vaag, bijna onuitvoerbaar plan in zich omdroeg ... "De teerlingen! de teerlingen!" riep Venijnige Charel zenuwachtig- gehaast. "We zullen smijten en wie 't minst gooit, moet dezen nacht 't moteurken van Schampavie naar den duvel helpen, gelijk hoe!..."

Venijnige Charel deed een verwoeden uitval, waarin de motorbootjes vervloekt werden, en de invoerders voor uitgekochten een woord, dat hij op de laatste socialistische meeting gehoord had van 'nen vuilen herbergier, gescholden werden ...

Geerten hoorde het, verkropte zijn spijt, vroeg in-eens naar Franske dien hij niet ontwaarde, zóo maar om 't gesprek af te leiden ... "Bij Lowis blijven slapen ... wat nu ..." schamperlachte Charel ... Geerten stoof op: "Als ge dat nog zegt èh, breek ik U armen en beenen! Venijnige beest!" "'k Zeg de waarheid," snauwde de andere terug.

't Zal toch nog regenen, meende Geerten ... Suske, Venijnige Charel, Domien en heel het zooitje, stonden bijeen, toen Geerten, de handen diep in de broekzakken, met zwalkenden gang, hen naderde ... Seffens vraagden ze hem, nieuwsgierig en drukdoende, naar zijn wedervaren van den vorigen nacht.

De garde!" ... klonk luide en spottend een hooge jongensstem ... Suske en Domien trokken Charel van Geerten af, die met moeite overeind kwam ... De diender, spleet door de omstanders, dreef ze uit-een, liet de vechters aftrekken ... Geerten toog huiswaarts ... Alles deed hem pijn: zijn neus was afzichtelijk en zijn blauwe oogen zwollen, hij sleepte zijn gekneusde been.

Weer verscheen hij 's morgens heel vroeg reeds op de kaai, trachtte zooveel klanten mogelijk te bedienen, was voorkomend en minzaam-beleefd ... bezield met den vasten wil meer centen te verdienen, hopend zich stil-aan een vaste klandizie te verwerven ... Met de andere roeiers hield hij zich nu minder op. Sedert de nederlaag in de worsteling met venijnigen Charel, was zijn populariteit afgesleten.

En toen moest er staaltje getrokken worden tusschen meneer Pastoor, Marieke, Charel Verlinden en Charlot. Er was een ongeduldig afwachten. Iedereen stond rond Pallieter, zwijgend en zenuwachtig, en een luid gejuich brak los als de dikke boteropkooper het kleinste strooiken trok. Maar de dikke boer ging loopen. "Pak hem vast!" riep Pallieter. "Charlot, breng de teiloor!"

De dobbelsteenen rolden in den bak!... "Negen! voor Suske!" Weer viel de stilte ... Heimelijk naderde Franske Lowis, die hem vink-oogend wenkte. Nu stond hij nevens haar, kittelde even heur arm ... Ze schoklachte ... "Zes!... mij ... Charel!" "Stilte!... Sst!..." Wijl Geerten met gespannen aandacht eenen worp volgde, neep Schoon Franske, belust, in de malsche heup der deerne.

Charel wankelde, viel ... Zijn kop bonsde op de bonkig-puntige kasseide, bloed sijpelde langs zijn haren ... De twee vechters rolden in 't slijk, lagen een pooze roerloos, zwaar ademend. "Hardi!" "Houwen!" "Geeft hem het Geerten!"