United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mevrouw Devleeschhouwer herhaalde: Wat een tijd! Wat een tijd! 't Was verkiezingsweke. Onlangs was er geweld gebeurd, een muiterij in 't lage der stad, een omnibus omverre geworpen en steenen uit de kasseide gehaald. Drij dooden. Rik mummelde dat het een hoop met beesten was. Ze willen muren inbreken met hun voorhoofd. Mijnheer Wilder meende dat die menschen veeleer ongelukkig dan slecht waren.

Dan, met een forschen ruk der zich schrap-zettende, paarden, bolde zwaar de wagen over de bobbelige kasseide ... Domien had zijn harmonica meegebracht, begon te spelen, ernstig, bijna plechtig ... Heel de straat dreunde van 't uitgelaten jubelzingen ... /* ... Wij zijn hier, wij zijn hier!... Wij zijn de mannen van het schipperskwartier!... */

Met hun moteurkens vergallen ze 'nen mensch zijn schoonste plezier" ... Hierbij dacht hij aan 't genot dat Lowis hem schonk, en 't deed een deugdelijke kitteling over zijn rug loopen, wijl gulzig flikkerden zijn beluste oogen ... Door de drabbige nattigheid van den nevel, die stillekens dreef, wazigen rook gelijk, tusschen de lage vooroverhellende gevels der binnenstraten, waar elke woning bijna een herberg was, waaruit gulpte, snerpend-zeurige muziek, dragend zang van zat-gebralde keelen, trok Geerten huiswaarts ... Langs hem heen gingen muf-riekende koffieboon-raapsters, kort-gerokt boven de haastig-drentelende voeten, en mannen in fluweelen buizen met hoog beslijkte modderbroeken plooiend op zware schoenen, sloffend over de glimmend-vettige kasseide ... Een reesem dronken matrozen, het gore flanellen hemd ver-open op de borst, toog hem voorbij ... Met een zekere vreugde zag hij de hossende bende voortslieren van d'eene naar de andere zijde ... Waar die binnenvallen is de avond goed ... en onwillekeurig dacht hij aan zijn Lowis ... Die rosse had er goddoje de streek van weg om zoo'n labbers uit te zuipen.

Hij wilde wel zijn hoofd omdraaien, en het oude huis herzien, en den drempel, en dat wondere beeld van vleesch.... Hij slenterde maar, keek niet achterwaarts, strompelde scheef-beenend over de ongelijke kasseide, en aldus gebeurde het dat hij smoorlijk werd verliefd. Hij stiet het groene hekje open, zoodat de bel ommentweer snokte en leelijk door den gang lawaaide.

Hare voeten klepperden vluggelings over de kasseide, en tegen haar voorhoofd sloeg gedurig 't schoone geweld van de zonne. Ze draafde voorwaarts, kleintrippelend, steegjen in en steegjen uit. De warmte, die langs hare leden opklom, deed haar deugd en ze glimlachte haast, al werend de zoete straling af, die neerpletselde uit den ronden hemel. Ze stond meteen vóór 't kleine huizeken.

Charel wankelde, viel ... Zijn kop bonsde op de bonkig-puntige kasseide, bloed sijpelde langs zijn haren ... De twee vechters rolden in 't slijk, lagen een pooze roerloos, zwaar ademend. "Hardi!" "Houwen!" "Geeft hem het Geerten!"

Ze is zeer smal en de kasseide hobbelt er, zoodat de kleine trottoirs hier en daar met trappen zijn gebroken. Ze is vuil en grijs overdag en erbarmlijk verlicht in den avond. De gevels hangen voorover, alsof ze wat te vertellen hadden aan de huizen van den overkant. Een arm volkje neringdoeners woont er schoenlappers, fruit- en groentevrouwen, strijksters en herbergiers.

Dan wiegden al die zwarte lijven op gelijke maat langs de waterglanzende kasseide en de witte voorhoofden schokten in kadens. De regeering had sinds lang een ministeriëel besluit afgekondigd, waarbij verboden werd in 't openbaar de roode vlag te hijschen.

Op den hoek van de Beiersteeg stond, als naar gewoonte, een oud mannetje met blikken stoof waar aardappels geurden, en met, in zijn linkerarm, een mandje vol sprot op cirkelvormige lagen. De Korenmarkt was rustig, eenzaam. Hel-kleurig vierkantte daar de uitstalling van een verkensslachter, een pasteibakker en een tabakswinkelier. De klaarte spetterde uit op de grijze kasseide.

Het was of ze nu deel gingen uitmaken van iets, dat machtig was boven de sterkte van menschenarmen en eeuwig zijn zou. Ze verheerlijkten hun lijf en geest in een nieuwen dageraad ... en wat komen moest, was niet te weerhouden. Ze gingen alzoo. De wagens en sjeezen reden door, holderdebolder over de kasseide. De trams tjinkten van verre.