United States or Singapore ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan was er nog een contrast, en dit behaagde haar het meeste, dit deed haar het meeste liefhebben, dit had haar geheele hart gevuld met eene bekoring, die passie was geworden: een contrast in Frank zelven, het contrast van de zwakke weifeling zijns karakters en den forschen bouw zijner gestalte.

Ga onder dezen eik zitten: dat is de groote hetman van het bosch. Hij telt misschien wel duizend jaren. Hij heeft alles gezien, zonder zich te verroeren." Dicht bij dezen forschen eik lag op den grond, door de jaren overwonnen, de tronk van een anderen eik, die in zijn tijd had moeten wedijveren met dien, welke overeind was blijven staan.

Het hoofd was welgevormd en werd gedragen door een forschen en toch slanken nek. Het profiel was fijn en van Oostersche type, lang niet alledaagsch, zoodat de tribuun werkelijk belang in hem ging stellen. Bij alle goden, zeide hij hardop, die knaap belooft wat. Ik moet weten waar hij vandaan komt. De toeleg gelukte de roeier keek om en zag den tribuun aan. Een Jood! Nog een knaap.

Dat ging vlug genoeg; het oude houtwerk kraakte als riet; een hoofd kwam ras door de opening; de beide handen leunden op het houten kozijn; er kraakte nog wat hout en wat glas, en de persoon, die niet tegen inbraak scheen op te zien, was met een forschen en vluggen sprong binnen.

Was het een vogel, die met forschen wiekslag de bovenlagen der ruimte doorkliefde? Of was het een bolied, wiens schuine baan den dampkring der aarde doorsneed? Zooveel was zeker, dat dit lichaam met eene groote snelheid bedeeld was. Het kon niet lang meer duren, of het zou over de hoofden der menigte voorbijstevenen.

Hij zag hen dan ook maar zeer zelden, want er gingen dikwijls vele weken voorbij, zonder dat hij bij ons kwam. Op andere tijden daarentegen kwam hij iederen dag eenvoudig gekleed in zijn draagstoel naar onzen tuin, en van deze bezoeken wist niemand behalve de arts Olympus. Dan zag ik den grooten forschen man met zijn rood gezicht met de kinderen stoeien als een arbeider, die van zijn werk komt.

O, Wonder! zeide Gawein. Hoè spelen die speeltuigen van zelve, Morgueine? Morgueine schaterde, terwijl de wagen met forschen ruk stil stond, zoo dat Gawein bijna er uit viel.... Niet anders dan door tooverconste, Gawein, zeide zij; wees des gewes.... Zij stegen uit.

Dan, met een forschen ruk der zich schrap-zettende, paarden, bolde zwaar de wagen over de bobbelige kasseide ... Domien had zijn harmonica meegebracht, begon te spelen, ernstig, bijna plechtig ... Heel de straat dreunde van 't uitgelaten jubelzingen ... /* ... Wij zijn hier, wij zijn hier!... Wij zijn de mannen van het schipperskwartier!... */

Laat toe, dat ik om u mijn armen sla; Ik ben een wingerd, gij een olm, mijn ; Mijn zwakheid, om uw forschen stam gerankt, Gevoelt, erkent, dat ze alle kracht u dankt: Wat tusschen ons zich dringe en u omvaam', 't Is onbeschaamd klimop of mos of braam; Het snoeimes kappe 't weg; 't zou u verderven, Uw groei verstikken, leven van uw sterven.

Plotseling voelde hij een forschen slag op zijn schouder, en een vroolijke stem, die aan een langen man met een sterk sprekend gelaat behoorde, riep: »Zoo ouwe jongen, wat sta je daar te suffen?" »Ben jij het, Liskey?" zeide Marling, den lange de hand reikend: »Kom binnen!" Hij ging Liskey voor en bracht hem in de huiskamer, waar op dit oogenblik niemand was.