United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vèr buiten de schaduw speelden nu de toreros met den stier, en de zonzijde der arena bewoog en woelde als een kleurenzee vol onnaspeurlijke bewegingen. Rechts op de eigen plaats, lag het eerste paard te zieltogen, met stuiptrekkende en rillende pooten, terwijl uit de wonde in de magere borst een straal donkerrood bloed gulpte en spoot, dat snel wegzoog in het opdrogende zand.

Razend, met een hol-klinkenden vloek, gaf hij zijn wijf een stomp in volle gelaat, dat het bloed haar uit neus en mond gulpte ... "'t Geld!... 't Geld!..." Heescher gilde hij, moeilijk doorslikkend het overvloedige speeksel dat op zijn trillende lippen schuimde ... Rood-beloopen stonden zijn oogen, ver uit hun kassen.

Met hun moteurkens vergallen ze 'nen mensch zijn schoonste plezier" ... Hierbij dacht hij aan 't genot dat Lowis hem schonk, en 't deed een deugdelijke kitteling over zijn rug loopen, wijl gulzig flikkerden zijn beluste oogen ... Door de drabbige nattigheid van den nevel, die stillekens dreef, wazigen rook gelijk, tusschen de lage vooroverhellende gevels der binnenstraten, waar elke woning bijna een herberg was, waaruit gulpte, snerpend-zeurige muziek, dragend zang van zat-gebralde keelen, trok Geerten huiswaarts ... Langs hem heen gingen muf-riekende koffieboon-raapsters, kort-gerokt boven de haastig-drentelende voeten, en mannen in fluweelen buizen met hoog beslijkte modderbroeken plooiend op zware schoenen, sloffend over de glimmend-vettige kasseide ... Een reesem dronken matrozen, het gore flanellen hemd ver-open op de borst, toog hem voorbij ... Met een zekere vreugde zag hij de hossende bende voortslieren van d'eene naar de andere zijde ... Waar die binnenvallen is de avond goed ... en onwillekeurig dacht hij aan zijn Lowis ... Die rosse had er goddoje de streek van weg om zoo'n labbers uit te zuipen.

De waterglazen waren naar beneden gevallen en gebroken, de waterkaraf hield zich beter, maar gulpte bij elke wending van het schip een vroolijk straaltje over onze over den grond verspreide bagage. Later voegde zich daarbij nog het zeewater, dat uit ongeziene hoeken naar binnen drong.

Aan slapen was geen denken. De folterende dorst hield de oogen geopend en de knagende honger deed de wangen verbleeken en den moed verflauwen. Zoo kwam de derde dag. De zon verrees verrukkelijk schoon boven den horizon. Ach, waarom? Waarom was de lucht niet bedekt met wolken en gulpte het hemelwater niet bij stroomen neder, opdat de arme gevangenen zich laven konden? Ja, waarom?

Opnieuw nam hij een geweldigen slok; maar hij verslikte zich, waardoor schier de gansche rest van het vocht hem bij den hals in gulpte. »Vervloekt," riep de woesteling, »ik heb genoeg van dat kleverige tuig!"

En zij schrikte voor dien stroom en wilde hem niet zien, maar hij gulpte over hare landschappen vroeger zoo helder met kimmen van licht! nu, met een lucht van inkt daarboven gesmeerd als vuile nacht. Wat denkt hij hoog, en wat is zijn gedachte edel! dwong Cecile zich nog te verbeelden, ondanks dat alles ...