United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Jacob bracht den volzin niet ten einde, maar vloog naar boven en liet Bram in den steek, die stillekens wegsloop met de overtuiging, dat hij hier vooreerst niet weer behoefde te komen. »Had Frits nu maar zoo'n haast niet gemaakt," sprak hij bij zich zelven, »dan zou ik hem dat toch nog kunnen meedeelen, maar ook.... waartoe. Hij kan haar toch niet meer krijgen."

Nu werd het haar, alsof ze hem een hoop dingen had te zeggen. Ze keek hem smeekend aan. Waarschijnlijk raakte hij, met zijne fijne gedachten, de begeerte die op hare lippen lag, want hij klopte stillekens op hare vingeren en sprak: De stad rust, en het huis rust.... en niets is liever dan te luisteren naar de algemeene rustigheid. Ze begreep hem en sloot een tijdje hare oogen.

Hij lachte en knikte tegen het kleine kindje, zoodat de menschen in de straat bleven staan, elkander wijzend naar den lustigen monnik, en Mevena stillekens voor zich lachte. In den winkel en in de lage achterkamer, voor het venster waarvan nu de wingerd bloeide, was het of de dagen van het vorig jaar weêr beginnen zouden.

Na dien tijd waren we daar niet geweest, en nu had Trijn de jongens er zeker op afgestuurd om mij te halen. "Ken je die vuile, gelapte borsten, Huib?" vroeg Marten. "Of hij ze kent?" sprak schipper Hein, die stillekens achter ons gekomen was, "of hij ze kent, Marten? Bijlo, het zijn zijne beste vrienden! Niet, Huibje?" ", Huib! Huib! Huib! Kom-je?" klonk het van den wal.

Barbicane had het meest van hun drieën geleden men zag bloed. Maar 't bleek, dat dit slechts uit een lichte wond aan den schouder kwam. Toch had hij eenigen tijd noodig om bij te komen. »Nicholl, zijn wij onderweg?" was het eerste dat hij vroeg. »Ja zijn wij op reis?" herhaalde Michel Ardan. »Of liggen wij nog stillekens op den Floridaschen grond?" vroeg Nicholl.

In deemoed erkende ik, dat ik 't op het eerste gezicht ook niet zou hebben begrepen. "Nietwaar?" ging Vermeylen voort, "'t was een interessante poging. In dit opzicht was ons doel ongetwijfeld bereikt. Maar na tien nummers is ons tijdschrift stillekens kapot gegaan. "Toen was er een oogenblik sprake dat er een internationaal tijdschrift in dien aard zou komen.

Eene bejaarde vrouw, ons den weg wijzende, vertelde ons vertrouwelijk haar lief en leed: hoe gelukkig zij was, toen haar man nog leefde; hoe deze op zekeren dag buitenshuis bezweek, en hoe zij met vier kleine schapen van kindertjes bleef zitten; hoe zij toen moest zorgen en zoeken om door de wereld te tobben; hoe de meisjes, opgroeiende, bij vreemden gingen wonen om een stuivertje te verdienen; hoe de eene dochter nu in Frankrijk woonde en de andere in het land bij eenen herbergier; hoe de laatste over weinige jaren onbezonnen een voordeelig huwelijk afsloeg; hoe zij, moeder, op haren ouden dag nu weer alleen was, en stillekens haren weg naar het kerkhof vervorderde...

Ja, wij worden oud, bedacht Peer, wij zullen spoedig niet meer deugen voor dees wereld.... Dan komt het moment dat ze ons met de voeten vooruit naar buiten dragen.... Mij is het onverschillig ... ik heb kind noch kraai.... Met mijn boeken en mijn stamboomen kan niemand iets aanvangen.. 't is al gehavend en kapot gelezen.... Dat komt in een voddenhuis terecht of valt in de handen van een koopman in oude boeken.... Zij stoppen mij stillekens 's morgens vroeg in mijn put.... Zoo, onbekend en onbemind, worden dagelijks duizenden begraven ... arme menschen vullen de wereld, Snepvangers.... Maar rijk of arm, allemaal moeten wij den put in om plaats te maken voor den nieuwen tijd ... voor den nieuwen tijd vechten zij ... maar wat zal het geven?... Overal zal het wel anders worden, doch de menschen die komen zullen gelijken aan de dooden in hun ijdelheid en hun zwakheid.... Ik heb veel gelezen, en ik ben wijs geworden!... Zoo zal het zijn!...

Den zelfden avond nog klauterden zij stillekens één voor één een venstertje uit en liepen achter elkaar zwijgend door een weiland in de richting der stad, waar de lucht rossig was gelijk de weerschijn van een brand. Tamalone kwam achteraan in de donkere rij van pijen en floot een deuntje dat schriel welluidend klonk in den teederen avond, hij was zoo zorgeloos wat een toeval hem weêr brengen zou.

Een onschadelijke wind roefelde met zotte wippen door 't geluchte en het schaduwrijke bosschage roerde stillekens zijn zwart-doezelige randen. Naderhand heerschtte groote rustigheid tallenkant. Goedele staarde gestadig naar buiten, en ze vond in de verre duisternisse een gewillig plein voor den tocht van haar loopende ideeën. Ze bukte zich en leunde met hare kin in beide hare handen.