United States or Andorra ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij haalden diep adem toen wij weer buiten kwamen, het contrast was ook zeer groot. Een vroolijk zonnetje scheen, vogels zongen in de boomen en bloemen geurden langs groenomzoomde vijvers, vol dartelende goudvischjes. In een afzonderlijk gebouw hing een enorme bronzen klok, wegende 60000 kilo's.

Ik rook eerst, bescheidenlijk onderzoekende, aan de pastei, toen aan den wijn. Beide geurden naar lang niet gekend geneucht; ik moest in mij houden om beiden niet gulzig naar binnen te slokken. Maar ik hield mij in, speelde mijn rol. Eindelijk tastte ik met mijn tong naar den wijn en slurpte even.... Hij drinkt!

In 497 werd de vorst gedoopt te Reims, eene zeer oude Gallische stad, waar de plechtigheid van den doop des konings met ongemeenen luister gepaard ging. Geschiedschrijvers verhalen, dat de straten van Reims prachtig waren versierd, dat kostbare behangsels de gevels der huizen bedekten en gouden en zilveren wierookvaten in de kerken geurden.

Langs de rotsoevers der beek bloeiden en geurden om strijd oleanders en wilde rozen, hoogerop vormden vijge- en laurierboomen, amandel-, perzik- en abrikozenboomen, omstrengeld met wijngaardranken en lianen, een dicht bosch, waarboven een enkele palm zijn trotsche kruin verhief.

Nu kon het eendje op eens zijn vleugels uitslaan; deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar; en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grooten tuin, waarin de vlierboomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen. O, hier was het zoo schoon, zoo heerlijk!

Het water was drijvend goud. Daar was geen wolkske. Vleermuizekes trilden zwart op het verdonkerend blauw, waarin twee sterren schenen en dunne nevelen kwamen op het water, stegen over het lisch en de waterbloemen en schoven over den dijk de beemden in, die geurden. En in die heilige stilte van den avond kwam de gele maan omhoog, en tampte van heel ver het klaar begijnhofkloksken los.

Nu kwam er door het bosch een arm, onschuldig meisje: haar hart was rein, haar verstand groot door het geloof; haar geheele erfdeel was een oude bijbel; maar uit de bladen van dien bijbel sprak Gods stem tot haar: «Als de menschen ons kwaad willen doen, dan heet het immers van Jozef: «Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft het ten goede gedachtAls wij onrechtvaardig lijden, als wij miskend en bespot worden, dan klinkt het woord van hem, den reinste, den beste, van hem, dien zij bespotten en aan het kruis nagelden, ons tegen: «Vader! vergeef het hun, want zij weten niet, wat zij doen!»» Het meisje bleef voor de zonderlinge plant staan, wier groene bladeren heerlijk en verkwikkend geurden, wier bloemen in den helderen zonneschijn als een veelkleurig vuurwerk straalden, en uit elke kwam een geluid, als verborg zij de diepe bron der melodieën, die duizenden jaren niet vermogen uit te putten.

Gij liegt, vreugdbederfster! gij liegt indien ge anders profeteert!" De schaduw was verdwenen: de brief stak in des meesters zak. Aan den avonddisch zaten mèt hem gezellige menschen, geurden kostelijke wijnen, dampten smakelijke spijzen; en toen hij daareven thuiskwam, had hij honger, was hij dorstig, voelde hij zich juist in de luim tot blijmoedig kouten.

Het donker sloeg terug, zonder een valen sluier als in den morgen achter te laten. Gelijk een bliksemflits snijdt door den duister, doch dan dieper en breeder en hooger van ruimte, en langer van tijd, zóó hieuw ineens de glans van den dag den nacht uiteen. De vogelen zongen weder. De bloemen geurden weder. In gloeiend paarsgeel golfde het graan tegen de heuvelen. Alleen de linde was veranderd.

Hij schoof op de tafel de groote zilveren schaal zijwaarts, welke vol met kaartjes en brieven stond, en deed Mariëtte de dikke bloemenvracht daar leggen. Toen sprak hij, op zijn stille manier, van de bloemen. Zij geurden zoo versch, zei hij. Ze waren zoo helkleurig, zoo gansch mooi. Waar had ze zulke mooie gekregen? O dáar, op den hoek van dat bloote plein? Zoo! Hij kende den winkel wel.