United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb nooit in mijn leven een vuil stuk geld aangeraakt of een smerige streek toegepast. "U heeft mij een leelijken schok gegeven met wat u vertelde. Ik weet niet wat ik ervan denken moet. Ik heb er niet dadelijk een oordeel over. Ik weet 't niet. Maar het ziet er leelijk uit. Dat hindert me.

Leeren zij Godstaal, dan zullen de woorden vrij zijn en recht hebben tot hen inkomen, in hun brein zal het dan beginnen te glimmen en te gloren tot dat alles tot eene vlam wordt. Deze vlam zal alle slechte vorsten verteeren en alle schijnvrome en smerige priesters. De inlandsche en uitlandsche zendboden hadden genoegen van dat geschrift, doch er kwamen geene scholen.

Maar, rein van uit de smerige volte, waren het een paar deftige heeren die kwamen aanschommelen: rijken van Tanger, luie vette lijven, breedbuikig, uitgedijd, gewikkeld in flanel, mollig, smetteloos gewaad, waaronder het purper bloosde.

Schreeuw niet, Marieken, 't is allemaal niks... ik vaag er nu toch mijn botten aan... 't Is nu gedaan met de politiek... Ik trek er uit... Ik geef mijn ontslag aan al de maatschappijen... dat zij het karreken maar zelf kruien, ik ben het beu... ik zet geen voet meer op de vergaderingen... ik ga rusten en van het leven profiteeren... 'n mensch is zot zich muug te maken voor al die vodden... De politiek is een smerige komedie, en ik wil geen komedie spelen in mijn ouden dag!... Ik ben er mager van geworden... Wij gaan nu samen een lekker glas wijn drinken in familie, om te toonen dat wij niks geven om hunnen Gemeenteraad... Antoine, jongen, als ik u 'n goeien raad mag geven, doe dan nooit aan politiek... 't Is puur zottigheid!

Clare zich alsof hij dat niet begreep, en praat alsof Mammy hare zwarte smerige kinderen even lief zou hebben als ik Eva heb. Ja, eens heeft St. Clare mij werkelijk en ernstig willen overreden, dat het mijn plicht was, met mijne zwakke gezondheid en al wat ik lijd, Mammy terug te zenden en iemand anders in hare plaats te nemen. Dat was een weinigje te veel, zelfs voor mij om te dragen.

Waar was je dan?? vroeg hij ruw. Ik was.... Ik was.... Waar? Waar?? Waar??? vroegen de vrouwen, om haar heen dringend. Bij Galla! kreet Fabulla uit. Zij lachten, de vrouwen, de man. Bij Galla! lachten zij. Bij de oude Galla! Bij die smerige lena....? In haar onderaardsche fornix, lachte Crispinus. In de gemeenste buurt van het Summenium?

Nu, ik hoop dat ik dood zal wezen, eer dat duizendjarige rijk van uwe smerige massa's begint." "Smerig of niet smerig, zij zullen u overheerschen, als haar tijd komt; en zij zullen juist zulke heerschers zijn als gij ze maakt. De Fransche edelen verkozen het volk sans culotte te hebben, en zij hebben sans culotte-heerschers gehad naar hartelust. De bevolking van Haïti..."

"Dat smerige is schilderachtig, en daarom hindert het mij niet. De rivier en de heuvels zijn heerlijk, en die kijkjes in de nauwe dwarsstraatjes vind ik alleraardigst. Nu zullen we even moeten ophouden om die processie te laten passeeren; ze gaat naar de kerk van St. Jean."

De rook, die zich met doordringenden stank verspreidde, vervloog, de archivaris hief den slaaprok op en daaronder lag een smerige beetwortel. „Hooggeachte Heer Archivaris, hier breng ik u den overwonnen vijand,” sprak de papegaai, terwijl hij archivaris Lindhorst in zijn snavel een zwarte haar overreikte. „Uitstekend, mijn beste,” antwoordde de archivaris, „hier ligt ook mijn overwonnen vijandin, wees zoo goed om nu ook voor het overige te zorgen; vandaag nog schenk ik u als kleine tegemoetkoming zes kokosnoten en een nieuwen bril, want ik zie, dat die schandelijke kater uw glazen gebroken heeft.” „Mijn leven lang zal ik u dienen, hooggeëerde vriend en beschermer!” gaf de papegaai hoogst-voldaan terug, nam den beetwortel in den snavel en fladderde daarmede het raam uit, dat door archivaris Lindhorst geopend was.

Het was een heerlijk grootsch tafereel, dat ons al de ellende en jammeren van den moeilijken tocht deed vergeten. Onze weg voerde ons nu dwars door eene bergachtige streek, naar het armoedige, smerige dorp Kiora, met niet veelmeer dan twintig huizen, maar eene ongeloofelijke menigte kinderen en nog veelmeer insecten van allerlei soort, bekend en onbekend.