United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nadat nu evenwel de weging bezwaarlijk anders dan tegen iets stoffelijks had kunnen geschieden, stapte hij na afloop daarvan bedaard weer van zijn schaal, en het goud en zilver werd met het overige onder de omstanders verdeel.

"Plaats wat! plaats wat! leegloopers!" riep hij, bij zijn best, de omstanders rechts en links achteruitstootende: "zoo gij ons bekijken wilt, geeft ons dan ten minste de gelegenheid van voet aan wal te zetten: denkt gij, dat men hier komt om uwe leelijke bakkessen te zien? met u hebben wij niets te maken!" "Misschien wij met u lieden," bromde een uit den hoop tusschen de tanden.

"Vervloekte, valsche leugenaar!" antwoordde de Tempelier met een schamperen glimlach, en verder gaande, alsof hij zich niet verwaardigde langer met hem te spreken, praatte hij met zijn Turksche slaven in een taal, welke de omstanders niet verstonden.

Eerst toen de anderen er bij kwamen schepte hij moed en zeide: Neen, dit is slechts de herberg, de stad ligt verder. Is hier niet een pasgeboren kind? De omstanders zagen elkander verbaasd aan; maar sommigen antwoordden toch: Ja, ja. Breng ons bij hem, riep de Griek ongeduldig.

Aan den ballon hing een mand van ijzerdraad, die gevuld was met vochtig stroo en wol. De geheele bevolking van Annonay was samengestroomd om het wonder te zien, ja zelfs was door den Minister eene commissie benoemd, om de zaak aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Toen de ballon opsteeg, barstte een donderend gejuich onder de omstanders los.

"Helpt mij toch deze ongelukkigen naar het dorp te brengen," zeide ik: "de eene leeft nog." "Wij zullen wachten, tot de Drost komt wij zullen er geen hand aan slaan of wij mal waren? om een lijk aan te raken en zoodoende den boedel te aanvaarden," mompelden de omstanders. "Zij hebben elkander vermoord, zeide ik, den vragenden blik van Pulver beantwoordende: "dat lijdt geen twijfel."

Op elk zijner breede schouders zat een jongsken van zeven of acht jaar. Hij had zijne kinderen dus opgeheven om hun toe te laten over de hoofden der omstanders te zien wat de arbeiders op den verheven vloer doende waren. Onderwijl koutte hij met zijne vrouw, die nevens hem zich hield.

Ik heb geen zuster en geen vader en geen moeder. Ik ben een wees, ik woon in Pentonville.« »Hij is er nog trotsch opriep de jonge vrouw. »'t Is Nancyriep Oliver, die nu voor 't eerst haar gezicht zag; in de grootste ontsteltenis deinsde hij achteruit. »Zie je wel, hij kent meriep Nancy, zich tot de omstanders wendend. »Hij zei 't voordat hij 't wist.

Neen mijnheer, 't is niet waar. «Si Senor," herhaalde de andere nijdig. De omstanders begonnen zich in den twist te mengen, maar plotseling riep men; «Mire, mire!" En het kibbelend paar zat weêr te kijken met lange halzen naar wat onder hen gebeurde. Kijk, kijk. Links stond de stier met het blanke cadaver der merrie op zijn hoog geheven kop.

Weer een ander beloofde mij eene minzame behandeling en overvloed van wijn. »Ik moet er niets van hebben," zeide ik. »Op uw schip zou ik zoo te veel zijn als de steenkolen bij Newcastle; bovendien is bij u de koffie te slap; uw hofmeester zet van één ons zes kopjes." Al die zetten gaven veel vroolijkheid onder de omstanders, en zelfs de admiraal verwaardigde zich mij glimlachend toe te knikken.