United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Journal d'un bourgeois, p. 242; vgl. Monstrelet, IV p. 341. Jan van Dixmude, ed. Lambin, Ypres 1839, p. 283. Froissart, ed. Luce, XI p. 52. Mémoires de Pierre le Fruictier dit Salmon, Buchon, 3e suppl. de Froissart. XV p. 22. Chronique du Religieux de Saint Denis, ed. Molinet, III p. 487. Molinet, III p. 226, 241, 283-7; La Marche, III p. 289, 302. Clementis V constitutiones, lib. V. tit. 9, c.

Ziehier tot proef van de vermeerdering der taalminnaren het getal der inschrijvers welke ik voor mijn drie werken bekwam: Het Wonderjaar 241, de Fantazij 279, en De Leeuw van Vlaanderen, alhoewel op een hoge prijs gesteld, 480. In twee jaar tijds is het eerste getal verdubbeld. Er zijn Vlaamse uitgaven die wellicht nog meer inschrijvers hebben, zoals het Belgisch Museum van de heer Willems.

PROTEUS. Klaag niet om wat gij niet verhelpen kunt; 241 Poog te verhelpen wat u klagen doet. De tijd verwekt en voedstert al wat goed is. Al blijft gij hier, uw liefste ziet gij niet; En ook, uw blijven snijdt uw leven af. Eens minnaars staf is Hopen; neem dien met u, En zwaai hem, zoo de Wanhoop u besluipt.

Gedurende het beleg door Marcellus in 241 v.

Het waren goede zwemmers, die gewoonlijk achteruit zwommen, in den horizontalen stand van fig. 241. In de Juraformaties bereiken de belemnieten hunne grootste lengte. Zij zijn reeds lang uitgestorven. De koppootige weekdieren met vangarmen, vooral de ammonieten, ontwikkelen zich langzamerhand, totdat zij in de krijtperiode hun maximum bereiken.

Ook hadden zij de rechtspraak in lijfstraffelijke zaken, die haar echter sedert 149 door de quaestiones perpetuae meer en meer werd onttrokken. Op een niet juist bekend tijdstip, vermoedelijk tusschen 241 en 218, had er eene samensmelting der centuriën en der tribus plaats.

Gedurende het beleg door Marcellus in 241 v.

Dat hiervan misbruik werd gemaakt en dat vooral Prins WILLEM V zijne vrienden als Premier aan het hoofd der Magistraten stelde, heeft in het laatste tijdperk der republiek veel stof tot misnoegen gegeven. Amst. 1783, bl. 241, env. Ook dáárom trokken sommige steden in 1782 deze vrijwillige opdragt in, en vernieuwden zij vervolgens zelve hare Magistraat.

Vestibulum, een voorplein voor een aanzienlijk rom. huis, aan drie zijden door muren ingesloten. In de teekening op bl. 241 is wel eene kleine inspringende ruimte als vestibulum aangegeven, doch men vergete niet, dat daar slechts een woning van zeer matigen omvang in eene landstad is voorgesteld, die niet te vergelijken is met de paleizen der rijken te Rome.

I. De Bronnen van de Spaansche Romance 1 II. De »Cantares de Gesta« en de »Poema del Cid« 40 III. »Amadis de Galliër« 82 IV. Vervolg van »Amadis de Galliër« 132 V. De Romances van Palmerin 164 VI. Catalonische Romances 181 VII. Roderick, de laatste der Gothen 198 VIII. »Calaynos de Moor«, »Gayferos« en »Graaf Alarcos« 211 IX. De Romanceros of Balladen 221 X. Vervolg van de Romanceros of Balladen 241 XI. Moorsche Romances van Spanje 252 XII. Verhalen van Spaansche tooverkracht en hekserij 323 XIII. Humoristische Romances van Spanje 342