United States or Kuwait ? Vote for the TOP Country of the Week !


In een vorig hoofdstuk heb ik getracht de verschillende typen van de Spaansche ballade of romancero als volgt te schetsen: 1. Die, welke in vroeger tijd uit het volk zijn voortgekomen. Die, welke gebaseerd zijn op gedeelten van de kronieken of cantares de gesta. Volksballaden van betrekkelijk laten datum. De latere balladen, die het uitvloeisel waren van een bewuste kunst.

Ik heb meer plaats gegeven aan die verhalen, die het verband bewijzen tusschen de Fransche chansons de gestes en de Spaansche cantares de gesta, dan de meesten mijner voorgangers hebben gedaan, die over Castiliaansche romantiek schreven.

De sproken zijn zeker voor een deel, voor het grootste deel misschien, afkomstig uit middeleeuwsche bronnen als Vitae Patrum, Gesta Romanorum, Dialogus Miraculorum, Liber Apum, Legenda aurea; voor een ander deel zeker ook door mondelinge overlevering verbreid. Met den invloed der Fransche literatuur zal men ook hier rekening moeten houden .

In de 10de eeuw vinden wij de stof in Latijnse hexameters bewerkt, later gaat die in de Latijnse verzameling van verhaaltjes, de »Gesta Romanorum" over, en reeds in de 12de eeuw zijn er Provençaalse en Franse bewerkingen geweest.

De intrige van het verhaal en de verschillende gebeurtenissen, die er uit voortkomen, zijn een samenhangend geheel en niet slechts een opsomming van afzonderlijke krijgsverrichtingen, of vervelende beschrijvingen van kleederen, uitrustingen of architectuur, afgewisseld door het gebluf van ruwe ridders of breedsprakige koningen, zooals dat bij de Cantares de gesta het geval was geweest.

Evenals in Frankrijk, verloren in Spanje de Cantares de gesta hun aanzien. In den loop der tijden werden zij verdrongen naar marktplaatsen en herbergen.

2. balladen, die als kronieken uit de Cantares de gesta zijn overgenomen; 3. volksballaden uit lateren tijd, meer of minder veranderd; 4. de modernere voortbrengselen van een bewuste kunst.

I. Amsterdam, 1847. Mr. L. Ph. C. Van den Bergh, Historische beschouwing der nederlandsche eigennamen. In A. de Jager's Taalkundig magazijn, dl. IV. Deventer, 1842. Gesta abbatum orti Sancte Marie. Gedenkschriften van de Abdy Mariengaarde in Friesland. Naar het te Brussel bewaarde handschrift uitgegeven, met Inleiding, Aanteekeningen en Register, door Æm. W. Wybrands. Leeuwarden, 1879.

Dit is Walewein, de neef van koning Arthur. Wij vinden zijn naam voor 't eerst vermeld in William of Malmesbury's werk, getiteld: "Gesta Regum Angliae". In deze pseudo-historische kroniek, dagteekenend uit de eerste helft der 12e eeuw lezen wij eene beschrijving van het graf van Walewein, dat te vinden moet zijn in Ross in Pembrokeshire.

En de geestelike die boeken gelezen heeft, wordt overal waar hij als gast op de kastelen komt, als een levende encyclopaedie beschouwd en moet niet alleen van de »Gesta Romanorum" vertellen over alles wat er ten tijde der oude Romeinen gebeurd is maar ook van alles wat er in de heilige Schrift te lezen staat.