United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de bewegingszenuwen geschiedt, blijkens het bovenstaande, de voortgeleiding in een' zin, precies tegengesteld aan dien, waarin deze plaatsgrijpt in de gewaarwordingszenuwen. Vergel. de verklaring. Hoe de onderscheiden deelen van 't zenuwstelsel ten opzichte van elkaar liggen, is in fig. 14 te zien, waar het zenuwstelsel van den hond is voorgesteld.

De broes dient tot het aangieten van zaden, stekken en pas verpotte planten, alsook om des zomers de buitenstaande planten te besproeien. Een zeer bijzonderen gieter, met een lange tuit en een slechts aan de bovenzijde met gaatjes voorziene broes, toont ons fig. 10. Deze gieter is zeer geschikt om buitenstaande planten te begieten.

De gedenkboeken der aarde zijn kostbaar en welsprekend. De scherpzinnige onderzoekingen der geologen hebben zelfs versteende afdrukken van regendruppels voor den dag gebracht, zooals fig. 14 aanwijst. Die droppels waren op zand gevallen, dat tot zandsteen verhard is. Dergelijke versteeningen zijn bij Boulogne-sur-Mer gevonden.

Bij fig. blz. 29 wordt dit laatste aangeduid door het kleiner zijn der verticale distantiën tusschen de schuine lijnen b en b', naarmate men de snijpunten dier lijnen met de horizontaal a nadert.

Deze mantel zondert bij de meeste Weekdieren eene kalkmassa af, 't zij aan den buitenkant, 't zij aan den binnenkant. In fig. 160 is eene schematische voorstelling gegeven van de loodrechte doorsnede door 't lichaam van een schelpdier of mosselachtig Weekdier.

Deze ademen door luchtbuizen (bl. 129). Het lichaam bestaat uit een' kop en een groot aantal aan elkaar gelijke leden, die allen ledematen bezitten (fig. 112 op bl. 127).

Bij de apen, die zoowel met de voeten als met de handen grijpen, zijn de kootjes der teenen bijzonder lang, en de groote teen kan er tegen de toppen der andere teenen worden gebracht. Het aantal vingers en teenen is bij de zoogdieren hoogstens vijf; bij vele dieren echter is het kleiner. Vergelijkt fig. 3 met fig. 10 en fig. 11.

Toch kunnen wij reeds nu tot leering onzer lezers diegenen onder deze bespreken, welke tot de triasperiode behooren. Onder andere zal men in fig. 205 de capitosauren vinden, die in voorkomen en gang evenals de overige labyrinthodonten het midden hielden tusschen de krokodillen en de salamanders. Die diersoort kwam zeer veel voor van de permische tot aan de keuperperiode.

Stelt men bij nevenstaande fig. in plaats der bovenste letter a, a', zoo zullen de ordinaten der kromme ab voorstellen de graden van beschaving van dien wilde, zoo hij bij zijne landgenooten bleef en die der kromme a'b' de graden van beschaving van den kring waarin hij gebragt wordt.

Men vindt eene afbeelding van de kaasmijt in het werk: Natuurlijke historie van Nederland; de gelede dieren door DR. S. C. SNELLEN VAN VOLLENHOVEN. Ook ROBIN geeft leerzame figuren over de ontwikkeling der acarussoorten in zijn werk: Traité du microscope, bladz. 755. sqq. Om eenig denkbeeld te geven van den vorm van dit diertje, hebben wij het in fig. 31 vele malen vergroot afgebeeld.