Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Nu zwijgt het zwerk, maar dreigt zoo zwart als nacht; En ’t woud, van vreeze stom, smeekt manestralen, Die uit de donderwolk niet kunnen dalen, En waar de regen-dronken roos naar smacht. Nacht woont in ’t woud en droevig druppelt zacht, Van ’t zwarte looverdak der donkre zalen, Een beek van tranen, die door ’t mos gaan dwalen Naar ’t zodenleger, waar de dood hen wacht.
"Willen wij niet eens op het plat gaan en zien wat er te doen is?" stelde Madzy voor. "Het zwerk rood van vuur!" herhaalde vader Syard: "dan zeker moet er iets buitengewoons hebben plaats gehad. Nu ja! ik ben bereid u te volgen."
Maar de lucht werd hoe langer hoe dreigender; er waren voorteekenen van een naderenden orkaan; het zwerk werd melkachtig wit; in plaats van kleine wolkjes, rezen aan den gezichteinder dikke zwarte wolken, en dreven snel voort. De zee begon hol te staan en groote golven te vormen.
Blakend van den schemerenden gloed der ondergaande zon, lagen Sonheuvel en de omliggende dorpen aan den voet des heuvels, midden tusschen het donkere groen te prijken: trotsch en statig verhieven zich de hooge kerkspits, en daarachter, de daken van het vaderlijk slot: linksaf stak, in 't verschiet, de dom van Reenen somber af tegen het heldere zwerk, en aan de rechterzijde rezen de torens van twintig adellijke huizen uit de donkere bosschages.
Als zij haast hebben, vliegen zij in groote booglijnen schielijk voort; bij 't zingen daarentegen stijgen zij fladderend loodrecht omhoog of verheffen zich volgens groote schroeflijnen naar 't zwerk, dalen van hieruit aanvankelijk langzaam zwevend naar beneden en storten ten slotte plotseling met geheel ingetrokken vleugels als een levenloos voorwerp op den bodem.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek