United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was midden in den zomer en de avonden waren lang. De duisternis was nog niet ingevallen, toen Tom al fluitende zijn weg vervolgde. Een vreemdeling liep voor hem uit, een jongen, een paar duim langer dan hij zelf. Een vreemdeling, van welken leeftijd of sekse ook, was eene merkwaardigheid in het kleine plaatsje St. Petersburg. Deze jongen was mooi gekleed, veel te mooi voor een weekdag.

Toen Klaas op zijn ezel weer thuis kwam met een zak vol oortjes, dien hij van zijn broeder gekregen had en ook met een schoonen beker van Engelsch tin, was 't Zondag en weekdag kermis in de arme stulp; alle dagen at men boonen met vleesch. Menigmaal vulde Klaas den schoonen beker met schuimende dobbele kuite.

Van het wandelen in den trant der Hagenaars en Arnhemmers heeft de volbloed Rotterdammer een ongeveinsden afkeer; op een gewonen weekdag staat dat voor hem gelijk met tijd verkwistend nietsdoen, een dwaas en doelloos rondloopen zonder geldverdienen.

Aan de herdenking van den Bethlehemschen kindermoord op 28 December verbond zich evenzeer allerlei half-heidensch midwinter- bijgeloof als sentimenteele aandoening over den gruwel van dit martelaarschap; de dag gold als een ongeluksdag. En nu plachten velen gedurende het heele jaar den weekdag, waarop het laatst Onnoozele kinderen gevallen was, als een ongeluksdag te ontzien.

René van Lotharingen moest van een gevecht afzien, omdat zijn landsknechten weigerden, op grond dat het de weekdag van Onnoozele kinderen was. Johannes Gerson neemt uit dit gebruik de aanleiding tot een tractaat tegen het bijgeloof in het algemeen en dit in het bijzonder.