Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


Van het plein gaan een menigte nauwe straatjes uit, smal en bochtig, dooreengeward en op- en neergaand, afgewisseld door kleine pleintjes, en fonteinen, waaromheen kruiken en watervaten wachten om te worden gevuld. Er is in die fonteinen en in diegenen, die er komen, iets bijbelsch, dat aan het schiereiland eigen is.

De beide anderen zetten hare watervaten neder en gingen er op zitten. Ja, zeiden zij, dat wordt ten minste verteld. Door wie? Door iedereen. De geheele stad spreekt er van. En wordt het geloofd? Van middag zijn drie vreemde mannen gekomen over de beek Kedron. Zij reden alle drie op witte kameelen, zoo groot als wij ze hier in Jeruzalem nog nooit gezien hebben.

Eindelijk kwam er een aangenaam koeltje en zette Columbus koers naar het Westen. De eene dag na den anderen verliep, maar van land was er geen spoor. Het pekelvleesch bedierf en de hoepels van de wijn- en watervaten sprongen los. Verdriet en angst maakten zich van alle gemoederen meester. Den 31sten Juli was er nog maar één ton met water op ieder schip.

Maar daar zij niet in de bottelarij konden doordringen, die geheel overstroomd was, hadden zij niet het minste geestrijke vocht kunnen machtig worden om hun dorst te lesschen; zij hadden dus bitter geleden, daar de op het dek vastgesjorde watervaten door den schok de bodem was ingeslagen.

Die zuidelijke koers bracht Columbus en de zijnen echter onder de Linie en in de gevaarlijke streek van windstilte en vreeselijke hitte. Deze laatste was werkelijk ondragelijk. Op het dek was er zelfs des nachts geen koeltje te voelen en beneden in het scheepsruim was de hitte zoo groot, dat de hoepels van de wijn- en watervaten sprongen.

Zelfs de herdershonden dezer Nieuw-Grieksche boeren gelijken op de beroemde Mollossische kudde-bewakers, die wij in de gallerijen van Florence en van het Vaticaan, door meesters der oudheid afgebeeld en uitgeschilderd zien. De watervaten der tegenwoordige Thessalische vrouwen hebben eene opvallende overeenkomst met de antieke vazen, en dragen ten deele ook nog dezelfde namen als deze.

De groote mast en de fok lagen over boord; de watervaten waren van hun plaatsen geschoven; de affuiten waarop de kanonnen rustten, waren op zijde geschoven; stukken zeil, losgeslingerde touwen, planken van de verschansing en nog veel meer, lagen overal langs het dek verspreid, en nog was er geen kijk op om een en ander te herstellen; want al was de orkaan voorbij, de storm hield aan.

De meesten mijner nieuwe kameraden waren in dienst buiten boord; het tusschendeks stond vol victualie- en watervaten, kisten, pakken, opgerolde zeilen en hangmatten, zoodat er geen doorkomen meer was; buiten boord en boven ons hoofd hadden de breeuwers hun werk hervat; het heele schip was vervuld met een stank van grog, jenever en bier, gebakken vleesch, uien en bokkings, daarbij een donkere lucht: mij dunkt, meer was er niet noodig, om mijne gemoedstemming te drukken, en mij de overtuiging te schenken, dat er in de wereld veel ellende is.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek