United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


In zijn achttiende jaar stierf Lodewijk, ongehuwd en zonder kinderen na te laten, en met hem was het geslacht des Grooten Karels, en alzoo de Karolingische stam, uitgestorven. Over de volgende Vorsten en Regering, den oorsprong van het graafschap Holland enz. verwijzen wij den Lezer tot het Friesch Jierboeckjen, 1833, § 15 en volgenden. West. Jaarb. I. 131 volgg.; Wagenaar, F. Sjoerds, en anderen.

II. 34: »Wagenaar, altijd kwaadaardigst tegen de braafste Vorsten, brengt tegen Floris in, »dat zijne uitmuntendheden van geest en lichaam niet verhinderden, dat de Edelen dezer landen hunne vrijheden tegen het Grafelijk geweld, dat met den aanwas van 's Graven macht meer dan te voren gevoeld werd, moediglijk verdedigen durfden."" »En tot bewijs van dit Grafelijk geweld en het moedig verdedigen van de vrijheden daar tegen, komt den moedwil van Galama voor den dag.

Hierover vermeldt Wagenaar: "De regenten hebben octrooi, om met uitsluiting van alle andere, de goedgekeurde Tooneelspelen te doen drukken; doch staan het regt daartoe, voor ieder Spel, af aan eenen Drukker naar hun welgevallen, met wien zij, deswege, vooraf eene overeenkomst aangaan" . Wat er dus op deze wijze nog aan het stuk was te verdienen, ontging den auteur ook.

Men weet, dat hieruit later het laffe volkssprookjen ontstaan, en zelfs door Wagenaar en andere deftige schrijvers nagepraat is, als zoude zy zich zelve onledig gehouden hebben met het fabriceeren van dergelijke kannetjens.

Zie het begin der Ophelderingen van de Geuzen, en verder WAGENAAR, Vad. Hist. XX 78 env.; HAVERKAMP, Leven van Prins Willem IV, 18, 45 env.

Waarom dit voorval onder de verdichtselen geplaatst zou moeten worden, daarvoor kunnen wij geene reden vinden. Friesch Jierb. 1833, § 22; Bijvoegsels op Wagenaar, II. D. bl. 72. Bl. 73. In den jaare 1143.

Hetzij uit wrok over de verwerping van hunne eischen, hetzij uit bovenmatig vertrouwen op de onmogelijkheid van een samengaan tusschen de Oud-liberalen en de Sociaal-democraten en meer nog van de zege van links, richtten zij zich naar den raad van een hunner leiders, den heer Wagenaar, en weigerden aan de Antirevolutionairen in drie districten hun steun namelijk in Utrecht, Leiden en Kampen.

De stad Haarlem eigent zich dit schip toe. Men vindt daarom nog in de groote kerk zelfs een model van dat schip. Ook maken er de Dokkumers aanspraak op. Zij hebben er een model van tot windwijzer op den toren der groote kerk gemaakt. Idsinga, Staatsregt van Groningen, p. 126. Wagenaar, Vad. Hist.

Zie daar" enz.; hier volgt weder eene onbehoorlijke uitval op Wagenaar en een schampschot op de onschendbaarheid en wijsheid, gezeten hebbende in de majestueuze Amsterdammer paruiken. Dit is dus met een kort woord aan Galama zijn regt ontnomen, hem als overtreder des Roomschen regts veroordeeld, en Floris geregtvaardigd.

Zeewezen, door den Archivarius de Jonge, I. 30 en 31. Wagenaar, V. H. III. 502. de Jonge, t. a. p. Hoveling. De Edellieden, die op vaste burgten, sloten of stinzen woonden, werden in Friesland Hovelingen genoemd. Verg. Archief voor Vaderl. en Vriesche Geschiedenis van Visser en Amersfoordt, Aant. I. bl. 25. De Geschiedschrijvers vermelden dit voorval breedvoerig: O. v.