United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie! die schaduwen en die lichte plekken op straat, dat is toch niets anders dan het schijnsel van een licht, dat wat stil brandt en niet flikkert. En dat licht is eigenlijk een heel klein vlammetje, dat op een heel klein stukje van de wereld schijnt. Daar! daar! voorbij dat blauw, onder en boven ons, is het donker, koud en donker! daar is het nu nacht, nu en altijd.

Het kleine Friezinnetje klom op een bank en kreeg niet zonder moeite de lamp van hare plaats, waarna zij gehurkt bij het vuur ging zitten om licht te verschaffen; maar vruchteloos bracht zij het eene aangestokene strootje voor en het andere na bij de pit: het vlammetje was uit eer de olie vuur vatte.

Te Brugge en rond Maaseik loopen de kinderen met eindjes touw, bestreken met teer. De vuren vervangt men in de steden, b.v. te Venloo, door kaarsjes. Op Sint-Maartensavond vormen ouden en jongen een kring; dan wordt lustig in de rondte gedanst en de kinderen springen herhaaldelijk over het vlammetje.

Het vlammetje verlichtte leuk zijn oolijk-knippende oogjes, zijn bruinen kroezelbaard en zijn rood-glimmende koontjes. Hij voelde zich zoo echt prettig gestemd en welgedaan.

De ondergaande zon kleurde met hare laatste stralen de toppen der boomen aan de overzijde der gracht, en de schemering had in het groote vertrek met zijne hooge verdieping reeds zulke vorderingen gemaakt, dat het vlammetje onder den trekpot diensten begon te bewijzen.

Lichaam en geest werden moe. Hij merkte niets meer op, hij dacht niet meer, en was half bewusteloos. Eén gedachte maakte zijn heele bewustheid uit: Dit was dus een cycloon. Die eene gedachte kwam met onregelmatige tusschenpoozen terug. Het was als een zwak vlammetje dat af en toe opflikkerde. Telkens, ontwakend uit een periode van verdooving, kwam hij daarbij terug: Dit was dus een cycloon.

De beide dwergen liepen een eind over het dak en kwamen bij een schoorsteen. In een oogwenk lieten ze zich naar omlaag glijden en stonden in een gang door een enkel klein vlammetje verlicht. Die gang liep in de rondte en aan den eenen kant waren allemaal deuren met tralieluikjes er in.

Tegenover zijn plaats aan tafel stond een groot ouderwetsch bruin blad met opstaanden rand in koperen beslag. Het vlammetje onder het oud-zilveren theepotje bewoog: zóo hoog stond het ouderwetsch toestel, met de ketel met kokend water, dat de stoom tegen het lichtje áankwam.

Terwijl de schemering dwarrelde door de kamer en Jozef, aan den anderen kant van de tafel, rookte en wechdook in de duisternis, schoot het vlammetje onder den theepot stralen naar haar oog en tuurde zij er zoo lang met groote oogen in, tot de stralen heen en weêr wipten en dansten en braken en de thee-pot verdween in een warreling van gouden pijltjes en er stille tranen spatten op haar japon.

Toch was het niets anders dan de gevel der domkerk, die bedekt was met bloemen van stijf zilver- en goudpapier, waarin duizenden kleine stukken spiegelglas waren gestoken. En in elke bloem hing een klein olieglas met een vlammetje zoo groot als een vuurvlieg. Het was van een zeldzame bekoring, de mooiste illuminatie, die donna Micaela ooit gezien had.