Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


In den beginne moet men na het insnijden en verplanten zeer voorzichtig zijn met het gieten en ze vooral niet bespuiten, aangezien oude Pelargoniums gemakkelijk tot rotting overgaan. Het vroegst bloeien in de kamer de stekken, die men in Augustus stekt. Van deze stekken zet men er dan 4 of 6 om den rand van een 8-10 cM. wijden pot.

Men moet des winters slechts zeer zelden gieten, en eerst dan, wanneer de aarde meer droog dan vochtig is. In het voorjaar worden de boompjes, wanneer dit noodig blijkt, ingesneden en zoodra zij beginnen te groeien, moet men ze verplanten.

Deze luchtwortels brengt men bij het planten der stekken voorzichtig in de aarde, waar zij dan spoedig in gewone wortels veranderen. De laag blijvende soorten kan men bij het verplanten zeer gemakkelijk verdeelen, en ze dus op die wijze vermenigvuldigen.

De wortels toch dringen spoedig in de versche aarde en dan door het moslaagje tusschen de scherven. Wanneer men bij het verplanten de plant uit den pot neemt, dan zal men meestal zien, dat haar wortels langs den pot een dicht netwerk hebben gevormd, waarin de geheele drainage besloten is.

In den herfst laat zij haar bladeren vallen, en men moet haar dan, in een slechts matig warm vertrek, vrij droog laten overwinteren. Reeds vroeg in het voorjaar kan men haar insnijden en verplanten, waarop zij weder op een zoo licht mogelijke plaats wordt gebracht. Spoedig begint zij nu uit te groeien en weldra verschijnen, na de eerste bladeren, ook de bloemen.

Dikwijls ook is het gevolg van gebrek aan voedsel en water, en bij oudere exemplaren wordt het weer veroorzaakt door het niet-tijdige insnijden. Wanneer oude Oleanders niet goed meer groeien en bloeien, dan moet men ze flink insnijden, desnoods zóó diep, dat er slechts een paar takken met bladeren overblijven. Op dit insnijden laat men dan een verplanten volgen.

Om te voorkomen dat bij het gieten te veel water in den verschen, nog niet met wortels doordrongen, grond dringt, hoogt men bij het verplanten de aarde een weinig naar den rand van den pot op. Er ontstaat hierdoor rondom den stengel een soort kom, waar het water naar toe zakt, dat zoodoende in de oude kluit dringt.

Bij het verplanten en bij de geheele behandeling dier planten moet men zeer voorzichtig zijn, daar veel soorten scherpe dorens bezitten, waaraan men zich licht kan verwonden; vooral moet men voorzichtig zijn, dat er geen dorens onder de nagels of in een der handgewrichten komen, daar ze dan pijnlijke verzweringen kunnen veroorzaken.

Voor dit verplanten gebruikt men een goeden, voedzamen grond, o.a. 2 deelen hei-, één deel bladaarde en 1/2 deel, bestaande uit broeiaarde, kleigrond en zand. In een kamerkasje, waarin een vochtige lucht is, dat bij warm weer gelucht en bij zonneschijn geschermd wordt, zullen de Gesneriaceeën, wanneer men ze gelijkmatig vochtig houdt, zeer goed groeien.

Bij het verplanten moet men er ook nog voor zorgen, dat de Anthurium flink boven den pot uitgeplant wordt. Goed bewortelde planten verlangen veel water, des zomers moeten zij vaak bespoten worden, terwijl men ze tegen te felle zon moet schermen; des winters moeten zij in een gemiddelde temperatuur van 65°-70° Fahr. staan.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek