United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat onder deze omstandigheden de vrouwen in Noorwegen 14 Juni 1907 ook het kiesrecht en de verkiesbaarheid voor het Parlement kregen is te begrijpen.

Op hem beriepen zich de groote bourgeois, die in 1791 wel de souvereiniteit van het volk proklameerden, maar de burgers in aktieve en passieve verdeelden al naar hun inkomen, een verdeeling die Rousseau zelf van de verkiesbaarheid zou hebben uitgesloten.

Dat deze resultaten gunstig zijn, spreekt het meest hieruit, dat de Regeering in Noorwegen geen bezwaar heeft gezien in 1907 het kiesrecht en de verkiesbaarheid voor alle staatslichamen aan een groot deel der vrouwen te geven. In 1885 werd in Christiania voor het eerst een locale vrouwenkiesrecht-vereeniging gesticht, die eerst 12 jaren daarna een Nationale vereeniging werd.

Voor een burgemeestersbenoeming kan echter worden afgeweken van de bepaling dat men ingezetene is van de gemeente; voor de benoeming van secretaris of ontvanger bestaat zij niet. Men ziet het, de wettelijke eischen zijn volstrekt niet onbereikbaar voor vrouwen; zelfs die van het ontzet worden van de verkiesbaarheid kan voor haar niet gelden!

In weerwil van al de goede eigenschappen van den vervolgens door mij geschetsten Regeringsvorm van Friesland, en ondanks eene algemeene verkiesbaarheid en alzoo een democratisch beginsel de grondslag daarvan scheen uit te maken, heeft de welwikkende en geleerde Ulrik Huber aangewezen, dat de Aristocratie zich in Friesland van de teugels van het bewind had verzekerd. Rechtsgeleerth.

In Noorwegen bezitten de vrouwen het langst kiesrecht en verkiesbaarheid voor de Gemeenteraden, zoodat van daar reeds over de resultaten van haar zitting nemen in deze lichamen gesproken kan worden.

Bovendien is het niet verkiesbaar zijn geen schande; de ontzetting uit de verkiesbaarheid natuurlijk wel; deze twee ongelijksoortige grootheden kunnen daardoor evenwel nimmer op één lijn worden gesteld.

Die laatste heeft twee soorten van leden, zij, die rechtens lid zijn als de koning en zijn broeders op den leeftijd van 25 jaar, de aartsbisschoppen en bisschoppen, en de leden, voor hun leven door den koning benoemd ten getale van 90 op zijn hoogst. Die leden moeten minstens veertig jaar oud zijn en aan de eischen van verkiesbaarheid tot volksvertegenwoordiger voldoen.

Met dezen ondergrond was het gemakkelijk in den winter 1907/08, toen een voorstel tot invoering van vrouwenkiesrecht en verkiesbaarheid voor gemeenteraden het Lagerhuis bereikte, er een meerderheid voor te winnen. De geheele pers hielp daartoe krachtig mede. In Maart 1909 namen de vrouwen voor het eerst in Denemarken actief aan de gemeenteraadsverkiezingen deel.

In 1906 werd door de Nationale Vereeniging voor vrouwenkiesrecht bij het parlement een verzoek ingediend om de vrouwen op dezelfde voorwaarden als de mannen het kiesrecht en de verkiesbaarheid te verleenen voor gemeenteraden en parlement, terwijl een andere vereeniging een verzoek indiende om het parlementair kiesrecht aan de vrouwen te verleenen op dezelfde voorwaarden als zij het gemeentekiesrecht bezaten.