Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Gewoonlijk grijpen zij het voedsel met de snijtanden en vatten het daarna tusschen de beide wratvormige duimen van de voorvoeten, intusschen zitten zij evenals de Eekhoorntjes op de achterpooten. Soms vreten zij ook in neergehurkte houding, gewoonlijk doen zij dit, als zij zeer kleine of te kleine stukjes voedsel voor zich hebben.

De op korte pooten rustende romp is gedrongen, de kegelvormige staart middelmatig lang, gepantserd en stijf, de pantserschilden beenig en volkomen met de onderliggende deelen vergroeid. Het middelschild bestaat uit zes of meer beweeglijke gordels. Alle voeten hebben vijf teenen; de klauwen van de voorvoeten zijn zijdelings samengedrukt, de buitenste een weinig naar buiten gedraaid.

De voorvoeten missen den duim en zijn dus vierteenig; aan de achtervoeten komen vijf teenen voor; de klauwen zijn lang en krachtig, de zolen naakt, met een netvormig geplooide huid bekleed. Een dikke vacht, bestaande uit haren, die in den nek een lengte van 11 cM. bereiken, maar aan de onderzijde en aan de spits van den staart door scherpe borstels vervangen zijn, bedekt den romp.

Zij zijn gedrongen gebouwd, hebben een kleinen kop met scheef afgeknotten snuit en kleine, door harde lippen begrensde mondopening, een zeer langen hals, een duidelijk waarneembaren, zijdelings afgeplatten staart en tamelijk korte, krachtige ledematen; zoowel de voorvoeten als de achtervoeten zijn met drie zeer sterk zijdelings samengedrukte, sikkelvormige klauwen voorzien.

Hun eerste teen is zeer kort, de nagels zijn alle naar achteren gekromd, langer en scherper dan die van de voorvoeten; het zwemvlies reikt hier echter niet verder dan tot aan den wortel der klauwen. Bij het mannetje vindt men aan iederen achtervoet, een weinig boven de teenen, een naar binnen gekromde, puntige en beweeglijke spoor, die tamelijk ver gedraaid kan worden.

Tot de eigenaardige uitdrukking van het gelaat dragen de twee tamelijk groote, rondachtige, ver uitpuilende oogen veel bij. De ooren zijn van boven afgerond, aan den voorrand omgestulpt, van achteren als 't ware afgesneden. De achterste ledematen zijn merkbaar langer dan de voorste; de voorvoeten hebben vier, de achtervoeten drie teenen.

Als een Kangoeroe een verdacht verschijnsel opmerkt, denkt hij in de eerste plaats aan de vlucht. Hierbij toont hij zich in zijn volle kracht. Niet anders dan springende kan hij zich snel bewegen; hij doet dit uitsluitend met de achterpooten; de sprongen, die hij maakt, overtreffen door hun wijdte die van alle overige Zoogdieren. Hij houdt zijne voorvoeten dicht bij de borst, strekt den staart achterwaarts, buigt de lange, slanke en veerende achterpooten met de volle kracht van zijne kolossale dijspieren naar den bodem, strekt ze plotseling, terwijl hij het lichaam vooroverbuigt, en schiet nu, een zwak gekromde booglijn volgend, als een pijl door de lucht. De eene sprong volgt onmiddellijk op den anderen; alle zijn minstens 3 M., bij de grootste soorten echter niet zelden 6

De Buidelmiereneter (Myrmecobius fasciatus) is de eenige vertegenwoordiger van de tweede onderfamilie der Roofbuideldieren, van de Spitsbuideldieren (Myrmecobiinae). Zijn lichaam is lang, de kop zeer spits; de achtervoeten hebben vier, de voorvoeten vijf teenen; de achterpooten zijn iets langer dan de voorpooten, de zolen onbehaard, de teenen van elkander gescheiden. De staart is slap, lang en ruig. Het wijfje heeft geen buidel. Opmerkelijk is het goed voorziene gebit; het aantal tanden bedraagt meer dan bij eenig ander Zoogdier; hij heeft er niet minder dan 50

De houding, die het Boom-stekelvarken in de boomen aanneemt, is zeer eigenaardig; het zit op de achtervoeten, in welker onmiddellijke nabijheid de voorvoeten op den tak rusten; deze zijn dan dikwijls op zulk een wijze gebogen, dat het dier op den rug van de hand steunt; de kop is intusschen loodrecht naar beneden gericht, de staart recht uitgestrekt en haakvormig naar boven omgebogen.

"Men zou kunnen zeggen, dat dit diertje den kop heeft van den Haas, den snorrebaard van den Eekhoorn, den snuit van het Zwijn, den romp en de voorvoeten van de Muis, de achtervoeten van den Vogel en den staart van den Leeuw." In de eerste plaats valt de kop in 't oog: er blijkt onmiddellijk uit, dat de Springmuizen echte woestijnbewoners zijn. Voor alle zintuigen is de noodige ruimte aanwezig.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek