United States or Kazakhstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de schemering van dansende vlekken laf licht, voor zijn oogen uit, tegen de brandige vlamglansen die schuw flikkerden over dunne stammetjes, of dan weêr een warnet van takjes even begloeiden, zag hij de schimmige mannen gaan, achter het forsche stuk donker aan dat de rug des hoveniers uitstalde op het rosse schijnsel; 't was een rustige, vertrouwelijke rug, gemoedelijk gebogen, met een stevige welving boven de schouderbladen.

Men moet ze dan op minstens 60 c.M. onderlingen afstand planten, terwijl dan tusschen elke twee Stamrozen plaats is voor een Struikroos, welke laatsten het vervelend eentonige dier kale slungelachtige stammetjes breken. Weer anderen geven er de voorkeur aan ze te planten langs een pad, en er dus een soort allée van te maken.

Dik, donkergroen mos bedekte den grond en Johannes was weder zoo klein geworden, dat het hem een nieuw bosch op den bodem van het groote bosch toescheen. Wat sierlijke stammetjes! En hoe dicht groeiden zij opeen! Het was moeilijk er tusschen door te komen en het moswoud scheen ontzettend groot. Daar kwamen zij aan een mierenpaadje.

Men is dan genoodzaakt den zendeling of een ander vertrouwd persoon te hulp te roepen, die naast het papiergeld de waarde in ringgits legt, alvorens de Tobelorees of Galelarees of hoe al die stammen en stammetjes op Halmaheira heeten mogen, teleurgesteld het papier aanneemt.

Van het nest van den Topaaskolibrie bericht Schomburgk, dat het gewoonlijk gebouwd wordt in een kleinen takgaffel van stammetjes, die over den stroom heengebogen zijn of in de van hier afhangende slingerplanten. "Van buiten heeft het nest de kleur van gelooid leder; in samenstelling gelijkt het op zwam.

Tegen elf uur deden wij een merkwaardige ontdekking. Op een eilandje in de rivier een Dajak-bivak! Mijn Dajaks hadden het onmiddellijk in de gaten; behalve het hutje was hier een merkteeken gemaakt, eenige armdikke stammetjes van den bast ontdaan en ingekapt met den scherpen mandau.

Op sommige plaatsen groeiden verspreid in het alang-alang-veld lage boompjes met kromme stammetjes, een boomsoort, behoorende tot de familie der euphorbiaceeën, waarvan het hout de merkwaardige eigenschap bezit spoedig te versteenen en dan het aanzien krijgt van marmer of kwarts.

Hier zoekt hij jonge boomen uit, die zoo dicht bijeenstaan, dat hunne stammetjes gezamenlijk een soort van trechter vormen; tusschen deze, doch ook wel in een hollen stomp of op een niet al te hooge boomvaren, in een rotsnis of in een door het vuur gedeeltelijk vernielden boomstam, wordt het nest gebouwd, meestal op geringe, bij uitzondering soms op aanzienlijke hoogte boven den beganen grond.

Hoe talrijk en menigvuldig naar het boven gezegde, de stammen en stammetjes verschijnen, waarin ten allen tijde de Duitschers verdeeld waren; hoe ver zich de natie ook verbreid en verstrooid heeft, zoo hebben zich toch ten allen tijde zekere karakter- en gemoedseigenschappen geopenbaard, die hun allen van den beginne af eigen waren en gebleven zijn.

De kronen der Stamrozen zijn dikwijls ijl, ze loopen gevaar bij hevigen wind af te breken; de stammetjes zijn dikwijls krom, knoesterig en leelijk en het geheele cultuurproduct vloekt tegen de natuur. Zoo denken er echter niet allen over, en de meesten hebben gaarne het viervijfdubbele voor een Stamroos over van 't geen een goede Struikroos kost.