Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Eerst in 1609 verscheen er een quarto-editie van Sh.'s stuk; aan de verzekering der voorrede, dat het nieuw en nog nooit vertoond was, behoeft men niet het minste gewicht te hechten; maar er kan waarheid in schuilen. Het stuk van 1603 kan de eerste bewerking geweest zijn, die later herzien is en dan waarschijnlijk vooral in die tooneelen, waarin Ulysses optreedt.
Men is hun grooten dank schuldig, want zonder hun bemoeiingen zouden vele van Sh.'s meesterstukken voor immer zijn verloren gegaan, verscheiden andere alleen in minder volkomen vorm tot ons gekomen zijn . Zij hebben op dezen dank te meer aanspraak, omdat zij, naar allen schijn, niet uit eigenbaat maar om de eere des grooten dichters hoog te houden, deze taak op zich namen.
Elizabeth Hall, in Sh.'s testament genoemd, is het eenig kind harer ouders gebleven; zij was in 1626 met Thomas Nashe gehuwd, die in 1647 stierf; zij hertrouwde in 1649 met een weduwnaar, John Barnard doch bleef kinderloos, en stierf in 1670.
Het is mogelijk, dat Sh. zelf zoo schreef en niet heeft nagerekend, wat hij vroeger had medegedeeld; maar drie en dertig is voor deze broeders wel wat oud en door een eenvoudige optelling van twee, door Sh. gegeven getallen vindt men vijf en twintig jaar, wat meer met den geest van het stuk overeenkomt.
Ter juiste waardeering van Sh.'s stuk mag het nuttig heeten, met dat van Plautus eenigszins nader kennis te maken. Bij Plautus is geen onder 't leed gebogen vader, die, van zijn beide zoons beroofd, ze gaat opzoeken; de vader der tweelingen is lang dood; door een proloog worden wij ingelicht over het vroeger gebeurde.
Het is ongetwijfeld niet toevallig, dat Sh. in geen enkel stuk zoo weinig gebruik maakt van slepende of vrouwelijke versregels, die hier slechts 5% van het geheel bedragen; het bleek den vertaler, dat in dit stuk inderdaad zooveel mogelijk mannelijke regels moeten gebezigd worden en het gebruik van vele slepende regels den indruk van het geheel zou schaden.
Tusschenspelen, interludes, in het Fransch entremets, waren korte dramatische spelen, die vooral onder Hendrik VIII in de mode kwamen, en dienden om bij langdurige feestelijkheden of maaltijden afwisseling te brengen. Je kunt een momgezicht voordoen. Vrouwenrollen werden in Sh.'s tijd altijd door knapen en baardelooze jongelingen gespeeld. Stroogelen baard.
Kortom, Sh. was op dertigjarigen leeftijd een gerijpt dichter, die den vorm volkomen meester was en zijn jeugdige en levendige verbeelding geheel in bedwang had.
Daar de woorden van Meres van veel belang zijn voor de dagteekening van eenige der oudste stukken van Sh., moge hier, in de aanteekeningen van Sh.'s oudste stuk, zijn getuigenis woordelijk aangehaald worden. Het is te vinden in zijn: Palladis Tamia, Wits Treasury: being the Second Part of Wits Commonwealth. London 1598.
In het Engelsch staat "Clubs, clubs!" de gewone uitroep, om bij straatgevechten de handhavers der orde er bij te roepen. Een paar regels later staat dansrapier; in Sh.'s tijd werd er met een degen op zijde gedanst, vergelijk Eind goed, Al goed, II. 1. 32. Nabij des keizers slot. Het was in de middeleeuwen streng verboden, in of nabij het paleis van den vorst het zwaard te trekken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek