Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 september 2025
Schomburgk doet hierover een aardig verhaal. "Onder de vele tamme dieren, die ik in Watoe-Ticaba vond, was ook een Pepervreter, die mij veel genoegen verschafte. Hij had zich opgeworpen als onbeperkte heerscher niet alleen over al zijne bevederde, maar zelfs over zijne groote, viervoetige lotgenooten: gedwee bogen groot en klein zich onder zijn ijzeren scepter.
Schomburgk zag een paar, dat in de nabijheid van zijn kamp in het woud nestelde, de jongen slechts twee maal per dag voederen, n.l. om 11 uur 's voormiddags en om 5 uur 's namiddags.
"'s Morgens en 's avonds," verzekert Schomburgk, "ziet men een ontelbare menigte Papegaaien op aanzienlijke hoogte onder onverdraaglijk geschreeuw voorbijtrekken. Op een namiddag zag ik eens zulk een reusachtigen zwerm neerstrijken op de boomen langs den oever; de twijgen bogen diep onder het gewicht van de Vogels." Hetzelfde valt op te merken in de boschrijke gedeelten van West-Afrika.
Hoe ver zij zich in 't gebergte omhoog begeven, is tot nu toe niet met zekerheid uitgemaakt; Schomburgk ontmoette ze nog op een hoogte van 500 M. boven de oppervlakte der zee; in de Andes komen zij echter ongetwijfeld op nog grootere hoogte voor. Alle Klauwapen zijn boomdieren in den eigenlijken zin van 't woord.
Schomburgk beschrijft op een schilderachtige wijze de stemmen van de bewoners van het oerwoud, die hoorbaar werden, zoodra het luide gezang, het uitbundig gelach van de kleurlingen, die den reiziger begeleidden, verstomden.
Kort na hem werd het door Humboldt, later door Rengger en Schomburgk, eindelijk ook door Bates beschreven. Deze dieren vormen in zekeren zin den overgang van de Eigenlijke Apen tot de Half-Apen, die evenals zij een nachtelijke levenswijze hebben en ook in andere opzichten op hen gelijken.
Alle onbehaarde gedeelten van het aangezicht en van de handen zien er bruinachtig zwart uit. De grootte van dezen prachtigen Aap schijnt overeen te stemmen met die van de hem verwante soorten. Humboldt, Prins Max von Wied en Schomburgk hebben ons het leven der Slingerapen in vrijen toestand leeren kennen.
"Een opmerkelijk heesch geschreeuw en gekras klonk mij van den met bosch begroeiden oever te gemoet," verhaalt Schomburgk. "Voorzichtig naderbij komend zag ik een verbazend grooten troep Vogels. Het waren Kuifhoenderen; de kolonisten noemden ze Stinkvogels.
Het vleesch van de buitgemaakte Papegaaien wordt, hoewel het hard en taai is, toch graag gegeten of althans tot het bereiden van een krachtige soep gebruikt. Schomburgk roemt de papegaaiensoep, op grond van persoonlijke ervaring, als een uitmuntend gerecht.
Hun stem is niet zoo welluidend als die van de Hordevogels, maar klinkt toch in 't geheel niet onaangenaam en onderscheidt zich door groote buigzaamheid. Volgens Schomburgk worden sommige soorten door de Europeesche bewoners van Guyana "Spotvogels" genoemd. Zij bootsen niet alleen de geluiden van alle om en naast hen zingende en schreeuwende Vogels, maar ook die van Zoogdieren na.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek