United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bosschen, of althans plaatsen waar boomen groeien, zijn hunne meest geliefde verblijfplaatsen; verreweg de meeste zijn echte boomdieren; eenige vestigen hun woonplaats in onderaardsche, door henzelf gegraven holen. Alle Eekhoorntjes bewegen zich vlug, snel en behendig, even goed op de boomen als op den grond.

Afrika, vooral Madagaskar en de naburige eilanden alsmede Indië en de groote eilanden van Zuid-Azië zijn het woongebied van onze dieren, die dichte, veel vruchten voortbrengende bosschen tot verblijfplaats hebben. Alle soorten zijn boomdieren, verscheidene van hen zijn zoo goed als vreemdelingen op den bodem.

Over dag ligt de Hazelmuis in den een of anderen schuilhoek te slapen, des nachts gaat zij haar voedsel zoeken, dat uit noten, eikels, harde zaden, sappige vruchten, bessen en knoppen van boomen bestaat; het liefst echter eet zij hazelnoten, die zij op een kunstige wijze opent en ledigt, zonder ze af te plukken of uit het napje te verwijderen. Ook zoekt zij lijsterbessen en wordt bijgevolg niet zelden in lijsterstrikken gevangen. Zij leeft in kleine gezelschappen, die niet bijzonder innig met elkaar verbonden zijn. Door iedere Hazelmuis, of door twee gezamenlijk, wordt in het dichtste struikgewas een zacht, warm, tamelijk kunstig nest van gras, bladen, mos, worteltjes en haren gebouwd; het dier zwerft vanhier uit iederen nacht door zijn gebied, bijna altijd gemeenschappelijk met andere, die in de nabijheid wonen. Het zijn echte boomdieren; zij klimmen merkwaardig goed, zelfs langs de dunste twijgen. In Augustus werpt het wijfje 3

In westelijke richting is het begrensd door den Andes-keten, naar het oosten door den Atlantischen Oceaan en ten zuiden door den 25en graad Z.B. Alle Breedneuzen zijn uitsluitend boomdieren en behooren dus vooral in de oerwouden tehuis. Van waterrijke of moerassige gewesten houden zij meer, dan van droge.

De Luiaards zijn echte boomdieren, evenals de Apen en de Eekhoorntjes. Deze gelukkige wezens bewegen zich echter naar welgevallen in de kronen der boomen, terwijl gene met moeite, als 't ware kruipend, van den eenen tak op den anderen overgaan. Wat door de vlugge en overmoedige beheerschers der wouden een pleizierwandeling wordt geacht, is in de oogen van den Luiaard een lange, bezwaarlijke reis.

Hoe ver zij zich in 't gebergte omhoog begeven, is tot nu toe niet met zekerheid uitgemaakt; Schomburgk ontmoette ze nog op een hoogte van 500 M. boven de oppervlakte der zee; in de Andes komen zij echter ongetwijfeld op nog grootere hoogte voor. Alle Klauwapen zijn boomdieren in den eigenlijken zin van 't woord.