Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
De Lantana verlangt een goeden, weinig zwaren grond, niet te kleine potten, een zonnige plaats voor het venster en overwintering in een temperatuur van 40°-45° Fahr. In het voorjaar worden de overwinterde planten ingesneden, verpot en aan den groei gebracht. De voortkweeking gaat gemakkelijk uit stekken, die men van de, zich in de kamer ontwikkelende, scheuten snijdt en die zeer vlug wortelen.
In onvoldoende of in het geheel niet geluchte vertrekken ontwikkelen vele planten zich ontijdig; zij krijgen dan kleurlooze, zwakke scheuten en bladeren. Bij vele treedt in zulk geval stamrotting en schimmel op, terwijl zij spoedig door ongedierte zullen worden aangetast.
Een klimplant toont altijd de neiging ergens tegen op te willen klimmen en hoe steiler dit voorwerp is, des te sterker is haar groei. Worden toch de scheuten van een klimplant in horizontale richting geleid, dan wordt de groei veel minder en laat men ze hangen, dan groeien zij bijna in het geheel niet meer.
Zeer moet men er ook op letten, dat kroon of pyramide haar vorm behouden, waarom men ze elken zomer behoorlijk moet insnijden; dit geschiedt het best tegen het einde van Augustus, wanneer de scheuten volgroeid zijn.
Het te gebruiken gietwater moet een temperatuur van ongeveer 65° Fahr. hebben. De scheuten beginnen zich nu krachtig te ontwikkelen en spoedig worden de eerste bloemknoppen zichtbaar. Zoodra het laatste het geval is, kan men de planten eens per week gieren, ten einde den groei nog wat te bevorderen en zoodoende groote, volkomen gaaf ontwikkelde bloemen te verkrijgen.
Het voornaamste, ook voor leeken, waarneembare verschil tusschen de beide geslachten bestaat hierin, dat de soorten, die tot het geslacht Cordyline behooren, een soort van wortelstok vormen, waaruit jonge scheuten zich kunnen ontwikkelen, en ook witte wortels hebben, terwijl de soorten van het geslacht Dracæna zulk een rhizoom niet bezitten en geelachtige wortels vormen.
Is de Canna uitgebloeid, dan geeft men haar langzamerhand minder water, neemt ze, na het afsterven der bladeren, uit den pot, snijdt alle scheuten eenige centimeters boven den knol af, kort de wortels diep in en laat de zoo schoongemaakte knollen op matig vochtig zand in een vorstvrijen kelder of in een koele achterkamer overwinteren.
De tamelijk groote bloemen prijken in alle kleurnuancen tusschen wit, blauw en geel; dikwijls zijn zij ook fraai gestreept of anders geteekend. De oude knol droogt in den loop van den groeitijd geheel in, maar onder aan de jonge scheuten, die zich uit hem ontwikkelden, vormen zich de dadelijk bloeibaar zijnde jonge knollen.
Het gemakkelijkst kan men deze planten bederven door ze een te warme standplaats te geven; zij hebben dan des winters geen voldoende rust, de scheuten worden zwak, de twijgen der onderste verdiepingen gaan slap hangen en verdorren ten slotte geheel. Is er slechts in één etage een gat gekomen of is zij in haar geheel afgevallen, dan is het mooie voorkomen der plant bedorven.
De uitgebloeide scheuten worden dan tot op den pot toe afgesneden en slechts de jonge scheuten, die dan dikwijls reeds zijn te voorschijn gekomen, laat men staan. Deze jonge scheuten moeten in het volgend jaar de bloeiende planten leveren, terwijl de uitgebloeide moederplant dan naar den mesthoop verhuist.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek