Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 november 2025


Hij vergat dat hij de eer had niet Kin-Fo, maar Ki-Nan te dienen. Welk een uitbarsting! De vergissing verplichtte den reiziger onmiddellijk te plaats te verlaten. Zijn naam had reeds het noodige effect gemaakt. De beroemde Kin-Fo was te Tong-Kouan aangekomen. Men wilde dien man zien, »wiens eenigste wensch was honderd jaar oud te worden!"

De bijenkorf is het tehuis voor de bijen, even letterlijk en absoluut als het nest het is voor een vogelpaar in hun paartijd. Het tehuis en de liefde er voor kunnen zich inkrimpen tot de ééne kamer van een ongehuwde, of zich uitbreiden tot de oppervlakte van het vasteland, wanneer de terugkeerende reiziger land ziet en "thuis" roept.

Maar zoo de reiziger deze provincie tot maatstaf nam, om zich een oordeel over het geheele land te vormen, zou hij zich zeer vergissen: want deze streek is de dorste en meest misdeelde van allen, en het wordt iemand waarlijk bang te moede, als hij denkt aan het lot van een volk, dat zijn levensonderhoud aan eene zoo onbarmhartige natuur ontwringen moet.

De plek, waar de reiziger zich bevond, scheen noch eene schuilplaats noch voedsel op te leveren, en hij liep gevaar genoodzaakt te zijn, den gewonen leefregel der dolende ridders te volgen, die, bij zulke gelegenheden, hun paarden lieten grazen, en zich nedervlijden aan den voet van een eik om aan hunne jonkvrouw te denken.

De stervende soldaat op het slagveld denkt aan zijn moeder, verlangt naar haar, niet naar zijn vader. De reiziger en banneling droomt van zijn moeders zorgen, zijn moeders versnaperingen. De pathos der volkssprookjes gaat heden reeds zoover dat men "den verloren zoon" naar zijn moeder terugbrengt, niet naar zijn vader.

Volgens Kapitein Sturt beantwoordt het aan de voorstelling, die men zich van een koor van booze geesten kan vormen; het is wel in staat een reiziger, die in gevaar meent te verkeeren, schrik in te boezemen en op het denkbeeld te brengen, dat zijn ongeluk met een spottend hoongelach wordt begroet.

Fitz-Roy heeft uitvoerig gesproken van hunne tooverdokters. In werkelijkheid kennen de Vuurlanders zulke personen niet; maar er heerscht bij hen eene gewoonte, waardoor het verhaal van den engelschen reiziger zijne verklaring vindt.

Maar of de ijsberg wel echt zal komen? Den volgenden morgen loopt de reiziger zenuwachtig aan bakboord rond en wacht op den ijsberg. Met den kijker zoekt hij geduldig aan den horizon. Maar hij ziet niets. Den tweeden officier houdt hij vast en zou van hem willen weten, of hij den ijsberg nog niet heeft gezien. »Zeker, daarginds is hij immers!"

Van dit alles zag de bewoner der tent echter niets; zijne oogen staarden droomerig vooruit. Berijder en kameel beiden gaven den indruk, dat zij geleid werden. Zoo ging het twee uren voort. Gedurende al dien tijd bleef de reiziger in dezelfde houding liggen en keek niet rechts of links. Het landschap was intusschen van voorkomen veranderd.

"Kan ik weder vertrekken, is het niet zoo?" viel de reiziger in: "ik moet u echter bekennen," vervolgde hij, "dat, bijaldien de tegenwoordigheid van den Heer Ambtman in dit huis, en uw betuiging, dat er een misverstand plaats heeft gehad, mij niet tevreden moesten stellen, ik niet zoo lichtelijk genoegen zou nemen met een oponthoud, dat mij misschien beletten zal, heden nog de stad te verlaten; want naar allen schijn zullen de poorten reeds gesloten zijn."

Woord Van De Dag

religie

Anderen Op Zoek