Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Op de komst van dezen, vlugtte Radboud, namen de Friesche Koningen een einde en de Friezen het Christendom aan, waarbij zij zich stelden onder de bescherming van den Frankischen Koning, die eerlang mede Keizer van Duitschland werd. Van Karel den groote tot Albert van Saksen. Van omstreeks het Jaar 800 tot 1498. Koning der Franken, Keizer van Duitschland, Beschermheer der Friezen.

Pepijn was een ijverig Christen, en wist het Christendom wonder wel dienstbaar te maken aan zijne staat- en heerschzuchtige oogmerken. Radboud haatte Pepijn en het Christendom, hetwelk hem aan Pepijn onderwerpen moest. Daarom verwoestte hij bij de eerste gelegenheid de beste den nieuwen Bisschopszetel, doch moest weder voor Pepijn zwichten." »Op nieuw werd de prediking in Friesland hervat.

En toen RADBOUD, om staande te blijven in zijn gezag, de hulp inriep van WITIKIND, het opperhoofd der Saksers, wier woeste benden de Christenen hier gruwelijk vervolgden, toen werden de Friezen zóó afkeerig van hunnen Koning, dat zij de ~bescherming~ inriepen van den Koning der Franken, op wiens komst RADBOUD naar Denemarken vlugtte en de Saksers naar hun land terugtrokken .

De twistappel, hetgeen den Frieschen Koningen van het voormalig land der kleine Friezen ontnomen was, was voorhanden. Poppo is waarschijnlijk in dien strijd gesneuveld, zonder dat de Friezen meer gronds verloren; zijn broeder erfde zijn Rijk, en verdeelde bij zijnen dood hetzelve weder onder zijne zonen, Gondebald en Radboud II." »De laatste bekwam West- de eerstgemelde Oost-Friesland."

Courant van 25 Junij 1833; alsmede in de Voorrede van zijn treurspel: Radboud de tweede, Leeuw. 1839, welke stukken met de hem zoo eigene grondigheid zijn behandeld. Doch onnaauwkeurige voorstellingen van Friesche zaken bij de Hollandsche geschiedschrijvers zijn zeer algemeen.

Ze zagen hem op den weg, en hij naderde hen beiden, met deze woorden: "Haast u, haast u toch, opdat ik u wijze de heerlijke woning, het paleis van goud en edelsteenen, dat voor koning Radboud is bereid." Ze volgden den leidsman en ze kwamen op een breeden weg, dien ze vroeger nooit hadden gezien, geheel van gladde marmersteenen.

Het Frankische Rijk was een tijdlang ter prooi aan binnenlandsche oneenigheden. Van deze schijnt Radboud zich aanvankelijk bediend te hebben, ten einde zijn Rijk tot aan den mond der Schelde uit te breiden. Dit echter wikkelde hem in eenen krijg met de Franken, die voorlang de Saksen verdreven hadden uit de landstreken, welke Radboud nu aan zich trok, en er meesters geworden waren."

Later verloren de goden in Friesland hun macht, en dit is al begonnen in de dagen van den machtigen koning Radboud, die zich niet wilde laten doopen: want hij hoorde, dat zijn voorvaderen in de hel waren. Hij echter zou, wanneer hij Christen werd, in den hemel komen. Niet wilde hij van zijn voorvaderen gescheiden zijn, en daarom trok hij den voet uit de doopvont.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek