United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Courant van 25 Junij 1833; alsmede in de Voorrede van zijn treurspel: Radboud de tweede, Leeuw. 1839, welke stukken met de hem zoo eigene grondigheid zijn behandeld. Doch onnaauwkeurige voorstellingen van Friesche zaken bij de Hollandsche geschiedschrijvers zijn zeer algemeen.

Overeenkomstig de oude priesterlijke verordeningen, mag een tandendokter geen doove, een beenarts geen ingewandslijder behandelen, ook al ware hij volkomen bekend met het geheele inwendige samenstel van het lichaam . Deze verordening heeft ten doel, meerdere grondigheid in de beoefening van de geneeskunde te bevorderen.

Zijn aanleg tornde op tegen Caspars stelselmatige grondigheid: Hij schreef oude en nieuwe talen, hij schreef ze correct, en wist toch weinig van spraakkunst. Hij was niet in staat, zijn weten langzamerhand en uit kleine onderdeeltjes op te bouwen. Het was hem allereerst te doen om den dr

Evenzeer als de versbouw heeft ook de levensbeschouwing, de denkwijze des dichters met de jaren verandering ondergaan. Dit kan blijken uit de onderwerpen, die hij kiest, uit de karakters, die hij ontwerpt, uit de scherpte en grondigheid, waarmede hij deze teekent. Doch hierover moet later gesproken worden, thans zij alleen in het kort gehandeld over de wijzigingen, die in zijn stijl op te merken zijn. De boven aangehaalde gedeelten uit zijn vroege tooneelwerken kunnen voldoende geacht worden om een denkbeeld te geven van zijn stijl in zijn eersten tijd; men ziet, dat de gedachten, hoe stout zij ook zijn mogen, helder en eenvoudig zijn teruggegeven, de beelden met zorg uitgewerkt. Wil men zich er nader van overtuigen, dan sla men b.v. "Romeo en Julia" op, en leze er, III. 2. 1-30, de alleenspraak van Julia, waarin zij haar verlangen naar Romeo uit; zelfs in de spanning, waarin zij verkeert, bij den hartstocht, die haar beheerscht, is haar taal, de geheele gang harer gedachten duidelijk; de beelden zijn alle scherp en zuiver geteekend. Neemt men een stuk uit een iets lateren tijd, b.v. "Koning Hendrik

Velen meenen, dat, als zij een werkje hebben, met een weinig minder grondigheid, met een weinig minder verstand, met een weinig minder kennis geschreven dan noodig zijn in een boek voor een groot mensch, en wanneer de schrijver daarbij, zich bukkende en inkrimpende tot de jeugdige vatbaarheid, zijn stijl zoo doodeenvoudig en naïef, zijn geest zoo lief en zoetsappig en zoo klein heeft gemaakt, en hij bovenop dat boek gezet heeft: "voor de lieve jeugd," dat zij dan al een heel lief en belangrijk boekje voor hunne kinderen hebben, waar de lieve jongens gretig op zullen vallen en uren lang zoet mee zijn.