United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een losbarsting van geweerschoten deed de ruiten trillen. Het waren de postiljons die het Allerheiligste groetten. Félicité rolde met de oogen, en zei, zoo duidelijk ze vermocht, vol zorg voor den papegaai: "Staat hij goed?" Haar doodsstrijd begon. Een gereutel, dat steeds sneller werd, deed haar zijden schokken, 't Schuim blies tot bellen op in haar mondhoeken, en heel haar lichaam beefde.

Deze keurige kleeding stak bijster af tegen het gewaad des postiljons, die op het bijdehandsche voorpaard gezeten was, zijnde een Geldersche boer, met ongedekten hoofde, aschgrauw, ongekamd en stijf afhangend haar, linnen pij en holsblokken aan de bloote voeten.

Driemalen klapte de lange zweep des koetsiers door de lucht: driemalen voelden de voorpaarden het touw met de dikke knoopen der postiljons, zonder dat de koets verwikte: eindelijk deed het bijdehandsche voorpaard zulk een geweldigen ruk, dat een der touwen, waaraan het gebonden was, in stukken sprong: dit was oorzaak, dat het dier op zijn nevenman aandrong: het geheele span ontving een zijdelingschen schok, waardoor het rijtuig met zooveel geweld over den steen gehaald werd, dat het wiel omhoog en tegen den bak aansnorde; de postiljon verloor zijn tegenwoordigheid van geest, en in plaats van zijn paarden des te steviger vast te houden, poogde hij af te klimmen en tuimelde hals over kop in 't zand: de paarden, schichtig geworden, sloegen aan 't hollen en waren niet door de inmiddels afgestegen dienaars te wederhouden.

De gedaanten der menschen, door wie men zich omgeven ziet, de herders, die hun hoornvee, dat met hen vergeleken er aangenaam, rein, sierlijk en men zou kunnen zeggen, beschaafd uitziet, met een ruw "hallo" vooruitdrijven; de plompe landlieden, die met een voorspan van 6 ossen langzaam een ellendigen en zeer ouderwetschen ploeg, door den van vet glimmenden akkergrond trekken de postiljons, de stalknechten, de logementhouders en hunne handlangers die de reizigers bedienen, en die hun stekelig haar met spek ingesmeerd hebben, zij allen zien er zeer wild en somber uit.

Men maakte de opmerking, dat de Heppenheimsche postiljons hunne vreugde, om 's nachts te mogen rijden, door binnen's monds gebromde vloeken en verwenschingen te kennen geven. Te Weinheim arriveerde men, weder zonder eenig reis-avontuur opgejaagd te hebben, in den vroegen morgenstond.

De postiljons van den Paus en de kamerheer, die hem vergezelde, hadden hun instructiën; toen de twee rijtuigen elkander tegenkwamen, hielden beiden stil, de portieren vlogen open: Napoleon sprong zijn rijtuig uit, de Paus werd uit het zijne geholpen, en de Keizer, zonder verdere plichtplegingen op den Kerkvoogd toegetreden, omhelsde hem en wandelde een eind met hem voort.

De postiljons knallen met de zweepen, de staatsiekoets verdwijnt uit het gezicht, en alles wat hem rest van de vrouw, die hij slechts een oogenblik geleden in zijn armen hield, is de herinnering aan haar kussen, haar ring met den robijn aan zijn vinger en een klein briefje, de talisman, die hem veilig door haar vaders schildwachten aan de poorten zal brengen.