Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
De vacht bestaat uit fijne, korte, dicht bijeengeplaatste wolharen, waaraan men de drie overlangsche strepen van de rugzijde van den romp het best kan waarnemen, en uit lange, droge, harde, eenigszins gladde, op hooi gelijkende bovenharen. De vacht is bleek roodachtig aschgrauw op de bovendeelen, zilvergrijs op den buik; de klauwen zijn geelachtig of bruinachtig geel.
Wegens hun onuitroeibare roofzucht houdt men ze gewoonlijk in een kooi of vastgebonden aan een touw. De grondkleur van het fraaie, zachte vel is van boven en aan de zijden vaal geel en, evenals bij de meeste overige Katten, aan de onderzijde wit. De romp is met verscheidene overlangsche reeksen van donkere vlekken geteekend. Kleinere vlekken versieren de pooten en den buik, ringen den staart.
Het zijn dunne, langwerpige, loodrecht naar beneden gerichte platen, die ten getale van verscheidene honderden op iedere helft van het gehemelte overlangsche reeksen vormen. Tusschen deze beide helften, in 't midden van 't gehemelte, puilt het slechts met slijmvlies bedekte ploegschaarbeen, bij wijze van een kiel, in de mondholte uit.
De beschrijving van onzen Egel (Erinaceus europaeus), die beter nog onder den naam Stekelvarken bekend is (in Overijsel heet hij Scherperhaas, Echel en Eggel, in Friesland Stiekelbaarch en Igel, in Groningen Swienigel, in Drente Egelkaar), kan kort zijn. Het geheele lichaam is zeer gedrongen, dik en kort, de snuit spits en van voren ingekorven, de mond ver gespleten; de ooren zijn breed, de zwarte oogen klein. Eenige weinige zwarte snorharen staan in het gelaat tusschen de witachtig of roodachtig gele, aan de zijden van neus en bovenlip echter donkerbruine haren; achter de oogen ligt een witte vlek. Het haar aan den hals en aan den buik is lichtrood, geelachtig grijs of witachtig grijs; de stekels zijn in het midden geelachtig en aan den top donkerbruin; aan hun oppervlakte komen fijne, overlangsche groeven voor ten getale van 24 of 25, daartusschen bevinden zich uitpuilende lijsten; het binnenste weefsel van den stekel bestaat uit groote cellen. De lengte van het dier bedraagt 25
De aanmerkelijk kortere ondersnavel ziet er dik, korfvormig uit, is slechts weinig lager of zelfs hooger dan de bovensnavel en in 't midden van de onderzijde dikwijls met een flauwe, overlangsche kant voorzien, die de kinhoek aanduidt.
De betrekkelijk korte staart wordt van den wortel tot de spits allengs dunner. De neus is stomp en door een overlangsche groeve eenigszins verdeeld. De breede en afgeronde ooren staan zijdelings en ver naar achteren; de scheef geplaatste oogen zijn klein, maar zeer vurig.
Bij het slapen nemen de kleinere soorten een soortgelijke houding aan als de Haas in zijn leger; zij rusten, dicht tegen den bodem aangedrukt, op alle vier pooten en den in overlangsche richting onder den romp uitgestrekten staart. Door deze houding zijn zij in staat te allen tijde onmiddellijk op de vlucht te gaan.
Op den rug had zij eenige dwarsstrepen van eene zwarte kleur met roodachtig witte randen of zoomen. Op den buik had zij eene zwarte overlangsche streep. Het zwarte borststuk prijkte met roodachtige lichte vlekken. De luitenant raakte het dier met den vinger aan, doch Selam trok snel zijne hand weg. O, raak haar niet aan, raak haar niet aan!
In het winterkleed is de onderzijde witachtig, aan den krop met kleine, zwarte, overlangsche, op de zijden van den romp met dwarse, grijsbruine vlekken; de bovendeelen zijn dan bruingrijs.
Donkerder, n.l. bruinachtig rood, zijn het oor, de omgeving van oor en oog en van den staartwortel, de buitenzijde van dij en onderbeen. De onderdeelen en ook de nog niet genoemde deelen van de pooten, met uitzondering van de witte voeten, zijn zwart; wit zijn ook de rand van het oor, de lippen, de spits van den snuit en een overlangsche streep op de keel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek