Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
In waarheid hangen de feestvuren samen met de Oudgermaansche noodvuren, Oudsaksisch nôdfiur, waarin nôd- verwant is met het Oudhoogduitsche werkwoord nûan "stukwrijven". Immers het werd ontstoken, doordat men een stuk hout in de opening van een ander of van een wagenrad stak en zoolang draaide, tot het hout vuur vatte.
Dit geldt ook voor de assonantie en het rijm: zij staan in gunste, en verschalken ons, als wij den waren zin van een spreekwoord trachten te achterhalen. De symmetrie in onze spreekwoorden, het streven om beide zindeelen aan elkaar gelijk te maken, als: "wat niet weet, wat niet deert", "komt tijd, komt raad", is wellicht een flauwe herinnering aan den bouw der beide Oudgermaansche halfverzen.
Wanneer ik spreek van "volksfeesten", dan bedoel ik hiermee het komplex van feestgebruiken, die bij het hedendaagsche volk van de viering van Oudgermaansche of Christelijke feestgetijden zijn overgebleven.
Toch zwijgen de Oudgermaansche bronnen hierover, zoodat het niet onwaarschijnlijk is, dat dit volksgeloof zich onder Romeinschen invloed ontwikkeld heeft. Anderzijds oefenen de kruiswegen ook weer geestwerende kracht uit en moeten de geesten zich hierover laten heendragen; ter belooning werpen zij dan een goudstuk toe. Ook de doode, die "terugkeert", komt spoken en geeft stof tot vele spooksagen.
Vergel, bl. 85. Maar de kinderen komen ook uit bronnen, putten, vijvers of uit den watermolen, en wel volgens een Oudgermaansche opvatting, dat nl. het leven uit de bronnen komt en na den dood ook weer tot bronnen en vijvers terugkeert.
Het Christelijke in deze spreuken is slechts een dun laagje vernis: in den grond zijn zij volstrekt identiek met Oudgermaansche en Oudindische, waar de heidensche godenwereld optreedt. Den korteren vorm vertoont: Dit arm of poot Is verrukt of verstoot. 't Zal niet verrotten of verzweren In den naam des Heeren, C.A.B.
Verder is de Oudgermaansche sk, die in het Friesch haar oorspronkelijken klank behield, in bijna geheel het Mich-kwartier gepalataliseerd tot sj, dus Friesch: skaap, Hollandsch: schaap, Roermondsch: sjoap. Deze palataliseering vindt men ook op de Veluwe en in Eemland, wat weer op gemeenschappelijken ondergrond wijst.
Zoolang er geen deugdelijker gronden worden aangevoerd voor de stelling, dat ook ons volk deel heeft gehad aan de vorming dier Oudgermaansche heldendichten, acht ik het beter geene poging te doen ons te tooien met veeren uit de pluimage van Duitschers en Engelschen. Een eenigszins verschillend geval hebben wij in de sage van den Zwaanridder.
En zeker, wanneer men zegt: wij Nederlanders zijn een Germaansch volk, dus hebben ook wij deel aan de Oudgermaansche letterkunde; of: ook hier te lande hebben Saksen gewoond, dus kunnen wij den Hêliand tot onze literatuur rekenen, dan kan men van die werken gewag maken in een geschiedenis onzer nationale literatuur.
Onmiskenbaar heeft het Oudgermaansche Midwinterfeest een grooten invloed op onze hedendaagsche gebruiken uitgeoefend. Men toonde zich dankbaar voor het genotene, men bracht het eerste winteroffer, maar genoot ook van de offergaven en vierde feest met uitgelaten vroolijkheid. Martinidag was de eerste smuldag bij de intrede van den winter.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek