Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
De verrader Van Lens heeft zich op het kasteel begeven, hij schiet dagelijks met vlammende pijlen op de huizen, en reeds is het rijkste gedeelte der stad in as gelegd. Mijnheer Arnold van Oudenaarde is de Kortrijkers bijstand komen geven, doch hun vijanden zijn te talrijk.
Voor het feest van 1468, dat plotseling vervroegd heette, werd, om tijdig klaar te zijn, het gansche schildersvak gemobiliseerd: haastig werden er gezellen naar Brugge ontboden uit Gent, Brussel, Leuven, Thienen, Bergen, Quesnoy, Valenciennes, Douai, Kamerijk, Atrecht, Rijsel, Yperen, Kortrijk en Oudenaarde. Het kan niet ten eenenmale leelijk zijn geweest, wat uit die handen kwam.
De lieden van Oudenaarde en van Papenrode, die op dezelfde kant stonden, hadden allerlei slag van wapenen; echter waren de twee eerste rijen slechts uit handboogschutters gevormd, de anderen hadden speren, knotsen of slagzwaarden.
De reizende Uilenspiegel ware geerne struikroover geworden, maar hij zei tot zich zelven, dat hij met struiken niets verrichten kon. Hij stapte op goed valle 't uit naar Oudenaarde, waar toen een garnizoen Vlaamsche ruiters lag, om de stad te verdedigen tegen de Fransche benden, die het land verwoestten lijk sprinkhanen. De hoofdman van de ruiters was een Fries, een zekere Kornjuin.
Degene, die statig voorop reed, had een goudlakensche muts op met groote pluimen. Hij droeg een kleed van bruine panne, met bloemen geborduurd. Uilenspiegel zette zijn bril op en zag dat het keizer Karel was, die hoogstgenadiglijk aan die van Oudenaarde kwam toestaan hem hunne beste wijnen en fijnste vleezen op te dienen.
Gwyde en Arnold van Oudenaarde met nog enige der moedigste Vlamingen hadden hem van nabij gevolgd. Hij poogde in die verwarring de groene veder van Adolf van Nieuwland bij de Standaard te ontdekken, doch tevergeefs; het scheen hem echter na een ogenblik dat hij dezelve wat verder tussen de Vlamingen ontwaarde.
Het stadhuis werd vergroot en gedeeltelijk herbouwd in 1526-1530. In 1872 heeft men den voorgevel nogmaals hersteld. Twee groote, schoone schouwen wekken de bewondering der bezoekers. Zeker bestonden zij in 1527, aangezien de wethouders van Oudenaarde dit jaar eenen kunstenaar verzochten om er eene schets van te maken.
Reeds ten jare 1342 droeg een burger van de vlaamsche stad Oudenaarde, Lodewyc Scitcatte, dezen naam. De lijst der zonderlinge geslachtsnamen is lang; wy hebben haar nog niet ten halven behandeld.
IV p. 372. Froissart. III p. 187, XI p. 22. Chastellain, II p. 374. Molinet, I p. 65. Monstrelet, IV p. 65. ib., III p. 111, Lefèvre de S. Remy, I p. 259. Basin, III p. 57. Froissart, IV p. 80. Chastellain, I p. 260; La Marche, I p. 89. Commines, I p. 55. Chastellain, III p. 82ss. Froissart, XI p. 58. Ms. Kroniek van Oudenaarde, bij Rel. de S. Denis, I p.229 . Froissart, IX p. 220, XI p. 202.
Het gemeen, dat volgde, zegde: 't Is een ongemeene wreedheid, dien armen jongen voor zulk een gering vergrijp ter dood te veroordeelen. En de wevers, die daar in groote menigte onder de wapens stonden, zegden: Wij zullen Uilenspiegel niet laten hangen; dat is in strijd met de costume van Oudenaarde. Doch men kwam aan het galgeveld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek