United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


31 En hij zeide tot mij: "Keer u om: wat doet gij? Zie daar Farinata, die zich heeft opgericht: van den gordel opwaart zult gij hem ganschelijk zien." 34 Reeds had ik mijn blik in den zijnen gevest; en hij richtte zich met borst en voorhoofd op, alsof hij de Hel in groote minachting had.

Bruid des hemels! wilt ge luistren naar een droom? 't Was, als doolde ik in 't verleden, en aan d' oever van een stroom: 't Was de Maas, wier blonde golven vloeiden langs een eilandzoom, En een oude grenssteen rustte er aan een grijzen wilgeboom." Bevend zag de Jonkvrouw opwaart, en heur fijne blos verschoot.

Nu vliegen, op zijn stem, tweehonderd legerbogen In éénen adem los, terwijl men opwaart klimt, Zich rugsteunt, opstuwt, en den woestaarts tegengrimt, Die saamgeraapten steen en zware beukentakken Op 't wadend leger uit hun hoogte nedersmakken, En, waar men d' oever zoekt, met knotsen, rood van bloed, De hoofden brijz'len en doen wentlen in den vloed.

't Was een meisjen, blond van lokken, blaauw van oogen, zoet van leest; 't Was een knaap, met zwarte hairen, bleek van wangen, droef van geest." Siddrend zag de Jonkvrouw opwaart, en thands bleeker dan de dood.

Het bloed omspat hun enkels, En alles dreunt in 't rond van 't snorren van den boog, En nog geen vijand, die zich aanbiedt aan hun oog! In dolheid vliegen zy d' onzichtbren aanval tegen. Vijf hunner waren reeds doorboord en neêrgezegen, Eer 't opwaart rukkend heir van Segols oorlogsvolk Zich toonde, en uitbrak uit een stof- en nevelwolk. 't Verschijnt.